Nog steeds in the Kimberly
Door: Henk
Blijf op de hoogte en volg Henk
15 Augustus 2015 | Australië, Fitzroy Crossing
Gisteravond na het eten, kwam de eigenaresse van de farm bij ons zitten.
Een beetje een raar begin, want ze zei 'wie wil wat weten'.
Maar het gesprek kwam wel op gang. De Italianen spraken slecht engels, het Zwitserse koppel sprak wel goed engels.
Ik meende, dat ze 200.000 ha pachten van de overheid en daar houden ze 6000 koeien.
Ik dus vragen, hoe ze al die beesten melken, maar dat gebeurt niet, de koeien worden puur voor het vlees gehouden en verkocht.
Per kilo brengt zo'n koe tussen de € 1,00 en € 1,65 per kilo op, inclusief de hoefjes.
Deze mensen wonen wel in een erg afgelegen gebied. In de regentijd staat overal een halve meter water. Die regentijd begint in december en daarom wordt begin november voor vijf maanden voorraden ingekocht. Eten, drinken, brandstof en veevoer, alles wat nodig is moet rond die tijd aangevoerd worden en dan ook nog in zulke enorme hoeveelheden.
De koeien zoeken de hogere delen op en als in de herfst (hier) de boel wat opdroogt, steken ze het droge gras in de fik en daarna komen de koeien ook weer terug. Want na een brand ontstaan er weer nieuwe jonge scheuten gras en die beesten weten dat.
Per verkoop, worden er ca. 200 runderen tegelijk verkocht. Het transport is voor risico van de verkoper.
De Zwitsers hadden een oude afgetrapte auto bij zich van Britz. Ruim anderhalve ton op de teller en hij had al aangegeven bij de in ontvangstname, dat de voorbanden er niet al te best uitzagen. Volgens de verhuurder was het allemaal best wel goed. Nou dus niet, ze hadden constant lekke banden. Vanmorgen weer één lek en de andere drie met te weinig lucht erin.
De Italiaan had een compressortje bij zich, dus hebben we even met z'n drieën de zaak weer in orde gemaakt. Alles weer op spanning en hij heeft later zelf zijn wiel verwisseld.
Gelukkig heb ik nog niet lekgereden, maar het kan altijd gebeuren. De Pajero is vrij nieuw en had 2450 km op de teller staan. Inmiddels, aangekomen in Mt Hart, staat de teller op 4646. Hij staat ook op brede terreinbanden, 255/60 R18 voor en 265/60 R18 achter.
Na een goed ontbijt kon ik vanmorgen rond kwart voor acht vertrekken. Ongeveer 300 km voor de boeg, met onderweg veel kloven.
Die kloven liggen niet pal naast de weg, je moet een stukje rijden om er te komen. Soms zeven kilometer, soms wel dertig.
De eerste stop was trouwens bij het Barnett Roadhouse, tijd voor een bakkie.
Hier kun je zowel diesel als benzine tanken. Honderd kilometer verder alleen diesel.
Dus ik hoefde nog niet te tanken en ben na de koffie doorgereden naar mijn eerste kloof van de dag; de Galvans Gorge.
De parkeerplaats lag vlak aan de weg en het was 20 minuten lopen. Ook weer zo'n mooie stek, veel groen, wat water en een poel.
Even van de gebaande paden af, zag ik ook nog een Aboriginal rotstekening. De afbeelding leek mij sterk op die van een alien. Naast het hoofd nog twee slangen.
In Europa had er al lang een hek voor gestaan, maar hier gebeurt dat bijna nooit.
Terug naar de auto en weer verder naar de volgende kloof, de Adcock Gorge.
Vier km van de weg af vond ik de parkeerplaats. Ik de auto uit om naar het eindpunt van de kloof te lopen. Kwam er net een man met de mededeling, dat je met de auto nog verder kon. Op de p-plaats stonden een tweetal auto's met aanhanger en caravan, die konden dat pad niet nemen.
En ja hoor, nog een kilometer erg slechte weg en daar kon ik parkeren. Toen nog een klein stukje lopen. Onderweg twee hele grote leguanen gezien, helemaal niet (camera)schuw.
Een eindje verder een waar meertje, met daarboven een rotswand, waarvan nog iets water vanaf kwam.
Hartstikke groen en volgens mij ook een apart soort palmbomen. Onder het genot van een blikje cola, heb ik de boel daar eens rustig bekeken. Ook een erg mooie stek.
Vijftig kilometer verder, het Imintji Roadhouse. Hier kun je alleen diesel krijgen.
Ik stop bij de pomp, maar de slang wilde er niet af. Bleek het etablissement gesloten.
De brandstofmeter stond op iets boven de helft. Dus nog ongeveer 45 liter in de tank, wat mij een actieradius gaf van een kleine 500 km. Dat kon nog net, morgen meegerekend.
Maar fijn was het niet. De volgende kloof lag dus 30 km van de Gibb af. Zestig heen en weer. Dat durfde ik niet aan en ben doorgereden naar de Lennard Gorge.
Die lag maar zeven km van de weg af. Rustig rijden om diesel te sparen.
Maar hoe je ook rekent, dat je ook morgen de eindbestemming kunt halen ( ook het eerste punt waar weer diesel te krijgen is), een fijn gevoel hield ik niet aan over.
Na de derde kloof op naar Mt Hart, vijftig km van de Gibb af.
Ja, de afslag naar Mt Hart. In mijn reisbeschrijving stond, dat ik mijn komst moest aanmelden, omdat in de vijftig km toegangsweg, 31 rivierpassages zitten. Ze weten dan ongeveer hoe laat je er kunt zijn. Wordt het veel later, dan zit je ergens vast en komen ze je zoeken. De satelliettelefoon, die in een hokje zou hangen, hing er niet.
Wel hing er een briefje, dat ze diesel hadden. Mijn zorgen waren in één klap weg.
Die 50 km duurde een uur en bij de receptie zat Ink, een meiske uut Twente.
Ik kreeg tent nr. 1 toegewezen, een tent met sanitaire voorzieningen.
Aan de achterkant van de tent zit ook een rits en achter de tent staat vervolgens een sanitaire unit met wc, wastafel en douche.
Dan maar eerst diesel tanken. Viel best mee, 40 liter en bijna weer vol. Ik kan weer 800 km.
Ink gaf nog een tip van een mooi uitzichtpunt, daar ben ik rond 17:00 uur heengereden.
Boven op een heuvel een mooi panorama over de omgeving met een mooie zonsondergang. Voor het eerst hier wolken gezien, die het zonlicht mooi braken.
Toen naar de bar en aansluitend met alle gasten (9) aan tafel.
Om 20:00 uur is iedereen ook echt naar zijn mandje, niemand meer te bekennen.
Kwam de eigenaar nog wel tegen, maar die had blijkbaar ook slaap nodig, was ook zo vertrokken.
Ik heb de douche geprobeerd en die was goed.
15 augustus
Lekker vroeg op en om kwart voor zeven al aan het ontbijt. Hoewel dat hier wel inclusief was, wS het ook lekker en veel. Er stond echt van alles.
Tent leegruimen, consumpties afrekenen en gaan.
De eerste 50 kilometer waren dezelfde weg terug en dat duurder wederom een uur.
Vervolgens mijn laatste 130 km op de Gibb River Road, vervolgens links de
Leopold Highway op. Ik was al gewaarschuwd, een slechte weg.
En dat was ook zo. De eerste stop was bij de Windjama Gorge.
Een rotsmassief, wat in 350 miljoen jaar uitgesleten was door de rivier.
Wel apart, want buiten de kloof zie je een vlak landschap, dan de rug van de rotsen door dat landschap en midden in de bergketen de kloof.
Van de parkeerplaats naar de kloof gelopen. Daar is vervolgens een wandelroute uitgezet van maar liefst 20 minuten.
Maar je kunt natuurlijk gewoon verder lopen. Langs de randen van de kloof bevindt zich hier en water met zoetwaterkrokodillen. Deze zijn wat minder agressief dan de salties. Zolang je er niet aanzit of vlak langs loopt, gebeurt er niets.
Al met al heb ik bijna een uur gelopen en ben toen weer terug gelopen. Totaal toch 2,5 uur bezig geweest in, wederom, de brandende zon. Elke dag is het hier 33 graden.
Weer in de auto en 80 km verder de Tunnel Creek.
Daar heb ik twee uur over gereden. Punt één vanwege de 'goede' staat van de weg en punt twee, omdat ik soms ook erg mooie landschappen zie, die mij uitnodigen om de camera te pakken.
Op deze weg kom je nog minder mensen tegen, dan op de Gibb. Uiteraard steken we nog wel vriendelijk de hand op als we elkaar tegenkomen.
De naam Tunnel Creek geeft al een beetje prijs, van wat daar aan de hand is. Jawel, de rivier heeft een tunnel uitgesleten onder het rotsmassief door.
Het is er ook vrij donker en je moet af en toe door het water, maar het was wel de moeite waard.
Behalve nog een oude verlaten politiepost, wat ze een historische plek noemen, was er verder niets speciaals meer te zien, behalve dan de landschappen, die bleven mooi.
Na vandaag ook weer 260 km gravelroad te hebben gereden, eindelijk weer op het asfalt. Totaal heb ik 900 kilometer onverhard gereden zonder ook maar één incident. Ik mag mij ook gelukkig prijzen, dat ik geen lekke band(en) gehad heb. De auto heeft zich goed gehouden onder deze, soms, barre omstandigheden.
De totale afstand vandaag was maar 300 km, maar ik was toch pas om kwart voor vijf in Fitzroy Crossing. Die laatste 40 km was dus asfalt.
Even inchecken en toen reed ik naar mijn verblijf hier. Het is ongelofelijk, maar ik heb het mooiste 'huisje' hier. Wederom een rivercabin, maar daar hebben ze er hier maar twee van en die ander staat volledig tussen de bomen, die van mij heeft uitzicht op de rivier. Het onderkomen staat op palen en onder mij scharrelen wat wallaby's.
Het is nog net licht en de koelkast is leeg, dus nog gauw even het dorp in voor wat verfrissingen, maar de supermarkten zijn al dicht.
De Shell heeft er ook een complete super bij en die was natuurlijk gewoon open.
Inmiddels is het donker, nog 30 graden en ik zit prinsheerlijk op mijn veranda, een meter of vier boven het maaiveld te genieten van de scharrelwallaby's.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley