Ruim een week Mongolië
Door: Henk
Blijf op de hoogte en volg Henk
30 Augustus 2016 | Mongolië, Tsetserleg
Vandaag het vertrek naar Mongolië.
Eerst rekening houden met de afsluiting van de A1, waar de collega's bezig gaan met het inschuiven van de 8400 ton zware spoorbrug.
Dan blijk je ook nog rekening te moeten houden met acties van het FNV, die weer eens een dagje bedrijfje (KLM) pesten hebben ingelast. Het grondpersoneel gaat stiptheidsacties houden en dat betekent denk ik niet, dat de bagageafhandeling van de aankomende vluchten stipter wordt afgewerkt.
Geen risico lopen, om 07:15 uur vertrek en dan niet via de A1, maar rond Utrecht en dan de A2 op.
Om iets voor negen stond ik al bij de parkeerplaats in Amstelveen en Dick was er 10 minuten later om me af te zetten bij de vertrekhal.
De files, die ik nog wel zag voor Schiphol, omzeilde hij makkelijk, dus al die controles stellen dus eigenlijk niets voor. Iemand die kwaad wil, loopt nog steeds zo de vertrekhal binnen.
Tijdens het inchecken van de bagage toch nog even gevraagd, waarom bij het via internet inchecken, de stoelen bij de nooduitgang al weg waren. Het antwoord was simpel en hoopgevend, de stoelen zijn standaard geblokkeerd en je moet er naar vragen. Dus gevraagd en ik had voor € 25,= een exit row stoel.
Kan dat ook gelijk voor de vlucht vanaf Moskou? Nee, moest ik in Moskou regelen.
Na de security check, tijd voor een quarterpounder en door naar gate D24.
Vliegtuig was op tijd, maar vertrok toch iets aan de late kant. De drie uur vliegtijd was ook wat optimistisch, tel er maar een half uur bij.
Dan in Moskou met de bus naar de terminal, lopen, lopen lopen, controle, controle, hé, zomaar een denk van Aeroflot. 'Do you have a Seat for me near the emergency exit?
Sure, en ik kreeg een nieuwe boardingpass, kostte niks en weer door naar de volgende controle.
Na tig controles, de scan van de handbagage en jezelf en dan dringt de tijd toch wel iets. Flink doorlopen naar gate 7, waar ik uiteindelijke op tijd was.
Dan de vlucht van 6 uur naar Ulaan Bataar, waar de douaneformaliteiten snel werden afgewikkeld, de bagage er ook redelijk snel was en bij de uitgang al iemand stond om mij op te halen. Het was bijna 08:00 uur en inmiddels zondag 21 augustus.
Mijn mailtje eergisteren voor wat cola was ook aangekomen, er stonden al 24 blikjes in de auto.
Ik had het goedkoopste model auto besteld, maar die stond er niet. Een vrij nieuwe 4WD minibus stond er wel. Inmiddels heb ik de goedkoopste Russische minibussen gezien, nou die adviseer ik niemand. Moet VNC ook niet meer aanbieden.
Na wat geld gepind te hebben konden we op pad. Vandaag een etappe van 260 km.
Gauw de stad uit en de natuur in. Nou ja, natuur, het landschap is vrij eentonig, maar ook wel weer mooi.
Als ik roep 'fotostop' stop de chauffeur, die echt geen woord Engels spreekt. Mijn Mongools is ook niet je van het, dus communicatie verloopt via de gids, die erg goed Engels spreekt.
Het eerste stuk is een asfaltweg, de laatste 20% is onverhard. Zelf rijden kan hier wel, maar je verdwaalt waar je bij staat. De chauffeur kent de weg en draaide op enig moment zo van de asfaltweg af, het terrein in. Verdomd, er liep zowaar een karrenspoor door het gras. Dat was de goede weg naar het ger kamp.
Deze plek vind je echt niet als toerist. Misschien als je puur op GPS rijdt.
Rond de middag bereiken we het ger kamp. De ger tenten zijn best wel ruim, ik krijg nummer 6 en verder is er niemand.
Om 13:00 uur lunch, nou dat was even wennen aan het eten hier. De pasta was te spicy, de frites bevatten meer vet dan aardappel, dus me beperkt tot een paar stukken gefrituurde kiponderdelen.
Daarna gelijk vertrokken voor een bezoek aan Baga Gazrin Chuluu. Een gebied eigenlijk waar je bergen, grotten, canyons en oude kloosters kunt zien.
Als eerste naar het vervallen klooster. Verwoest door de Russen rond 1935, zoals zo veel kloosters. In die periode zijn er tig klooster vernield en zijn er rond de 30.000 monniken vermoord.
Nog even de berg opgelopen achter het klooster en weer door naar het volgende punt, een meditatiegrot, waar we zowaar andere toeristen tegenkwamen en die waren dus met zo'n Russische minivan, zonder vering en gordels, m.a.w. geen comfort en onveilig.
Daar ook nog wat rondgelopen en door naar een bron. Midden in een rots zat een gat en daaronder zou bronwater moeten zitten. Uiteraard met een geneeskrachtige werking, in dit geval, goed voor de ogen. Hoewel er geen enkele bril rond het gat lag, bleek de bron droog te staan. Het heeft hier, volgens de gids, al enige tijd niet meer geregend, dus dat was waarschijnlijk de oorzaak.
Daarna terug naar het kamp, waar ik eerst maar even een uurtje ben van slapen.
Om 19:00 uur diner. Dat werd iets later, en wederom maar gedeeltelijk smaakvol.
Als dit zo blijft, kom ik hier geen kilo aan. Misschien wordt Mongolië wel het nieuwe epicentrum van de Herba Life beweging. Zonder pillen en poeders toch gewicht verliezen.
Daarna onder de douche, dit verhaaltje typen en zo onder de wol.
Vanmiddag hebben we trouwens wel een bui regen gehad, nu drupt het ook weer wat en morgen zien we wel weer.
We schrijven 22 augustus. Om kwart voor tien gingen bij mij de luiken dicht en ik heb flink doorgeslapen. Vannacht wel een paar keer wakker geworden van de harde regen, wat keihard op het fragiele tentdoek viel.
Om 06:50 werd ik definitief wakker en mooi op tijd voor het ontbijt.
Dat bleek redelijk goed te zijn. Omeletreepjes, gebakken worstjes, brood, jam en koffie.
Met een volle maag de auto weer ingestapt op weg naar Tsagaan Suvarga. Vandaag 100 km offroad van de 260 af te leggen kilometers.
Het is echt ongelooflijk, maar de chauffeur rijdt over uitgestrekte grassteppen, waarbij uitgebreid nog afbreuk doet aan hoe immens wijds het hier is, en hij weet feilloos de weg tussen de grassprieten en losse stenen te vinden.
Na een paar uur kwamen we weer uit bij een asfaltweg. De plaats heet Delgertsogt.
Hier het asfalt gepakt, verder richting het zuiden. Iets voorbij Huld links de weg af en weer de eindeloze prairie op. Na enige tijd kwamen we bij een huisje, waarin een bron verstopt bleek. Hier werd water opgepompt voor de geiten, die hier gekudded worden.
Even later lunch. Dat hadden ze meegenomen vanuit het vorige etablissement.
Blijft wennen dat eten. Je kauwt je een ongeluk op sommige lunchonderdelen en ik krijg het maar nauwelijks de keel door.
Na de lunch weer verder door het gras om rond half drie bij Ulaan Savarga. Hier waan je jezelf aan het einde van de wereld. Hoewel je hier op ca. 1500 m hoogte staat, is dit ook de voormalige zeebodem geweest. De bergen zijn van een soort klei of leem.
Door de erosie is er een heel mooi kleurenpalet ontstaan en de in combinatie met de zon wordt het echt nog mooier. Een beetje te vergelijken met de paarse bergen in Purmamarca, Argentinië.
Het voorstel van de gids was, om lopend naar het ger kamp te gaan. Prima idee, een beetje beweging kan geen kwaad. Het was ongeveer zes kilometer.
Dat valt wel mee als het pad er netjes bijligt en de temperatuur net onder de 20 graden is. Beide omstandigheden waren hier niet aanwezig.
De gids koos een rechte lijn van waar we stonden naar het kamp en de zon bescheen dit traject uitbundig. Temperatuur net onder de dertig graden.
Ik was blij, dat ik er was. Gauw een koude cola besteld en toen kwam de gids met het verhaal, dat er op een half uurtje lopen, een mooie grot te zien was.
Waar dan? Nou achter de bomen in de verte. Half uurtje lopen.
Het was half vijf, zeven uur diner. Dat kon nog wel even en alleen lopend bepaal je ook beter je eigen tempo.
Na een kwartier lopen was ik al bij de bomen. Daar stonden toevallig twee mensen in de schaduw, maar die wisten van geen grot.
Ik de berg maar eens opgelopen, maar boven aangekomen, geen grot te zien.
Over de bergkam gelopen en steeds gekeken of er iets van een grot te zien was, maar nee.
Uiteindelijk ben ik weer naar beneden gelopen en weer terug naar het kamp.
Ik dat de gids zeggen en die bood aan, om na het eten met de auto die kant op te gaan. Prima, maar eerst douchen.
Douchen gaat hier prima, want je hebt tijd aan jezelf om nat te worden. Een klein lauw pisstraaltje komt er uit de douchekop, je moet steeds heen en weer springen om nat te worden. Uiteindelijk ook weer gelukt en daarna eten.
Rijst met vlees, een aardappeltje erbij en nog wat onbestemds. Was niet heel verkeerd. Bakkie koffie erbij en daarna met de auto de heuvels in.
De locatie was ingevoerd op de telefoon en op GPS moest het te vinden zijn. Ook niet.
Die gasten allemaal overal rondlopen en ja hoor, honderd meter van het coördinaat werd de grot gevonden. Dus wed het goede coördinaat ingevoerd voor een volgende keer. En dat de grot ergens achter de bomen moest liggen, klopte al helemaal niet, maar het was wel een leuke wandeling.
Ik heb mijn tanden gepoetst en ben dit gaan typen. Morgen 300 km voor de boeg, de helft onverhard.
23 augustus 2016
'Vanochtend rijdt u naar de Yol vallei'. Zo begint het stukje tekst over de dag van vandaag.
Ik had wat onrustig geslapen, kwam door de lawaaierige omgeving, een te hard kussen, die ik om 23:30 uur vervangen heb door mijn fleece jack als zodanig te gebruiken.
Inmiddels was de rust ook wat weer gekeerd en dat maakte, dat ik rond kwart voor zeven wakker werd.
Eruit, toilet, wassen en ontbijt.
Spullen pakken en wegwezen. Een rit van 220 km, de helft onverhard.
Het begon in ieder geval onverhard en weer laveerde de chauffeur tussen de miljoenen, zo niet miljarden grassprieten door en steeds in de goede richting. Uiteindelijk kwamen we bij Tsogt-Ovoo weer bij een asfaltweg uit. Vandaar ging het verder zuidwaarts tot we bij de provinciehoofdstad Dalandzadgad uitkwamen.
Daar werd de lunch ingeslagen, maar ik ben niet zo hongerig tussen de middag, een cola is ook wel goed, dus in plaats van lunch had ik zes blikjes koude Coca Cola.
Het volgende hoogtepunt was weer een onverharde weg richting de Yol Vallei (lammergier vallei).
Volgens het programma gingen we eerst het Gobi museum bekijken. Dat was gauw klaar. Dan verder door een werkelijk prachtige omgeving. Wij reden ook door een vallei, soms even door het water, soms even een onverwachte dip in de weg, maar uiteindelijk kwamen we na 11 km bij een parkeerplaats. Vandaar was het lopen. Lopen waarheen?
Nou, in de winter is er een stukje kloof, waar een paar meter ijs ontstaat in de rivier.
Pas eind juli is dat weer weg. En het is natuurlijk heel bijzonder, dat zo iets ontstaat in een woestijn omgeving.
Om dat punt te bereiken moest je vier kilometer lopen, of voor € 4,= een paard huren.
Ik ga niet op een paard als mijn benen ook nog werken. Mijn gids, midden dertig, ging wel een paard huren. Prima, kan ik mijn eigen tempo bepalen en hoef even niets.
Op de plek, waar in de winter het ijs zich ophoopt, bleek het eindpunt van de wandeling. Onderweg vogels en wilde hamsters gezien. De lammergier niet.
Colaatje gedronken (met gids) en hij weer terug op het paard, waarna hij bij de auto zijn lunch ging nuttigen, ik weer rustig aan teruggelopen. Ademhaling zwaarder als normaal, blijk ik hier op ruim 2300 meter rond te lopen.
In de Lonely Planet had ik gelezen, dat er een hele spectaculaire en avontuurlijke route bestond richting de plek, waar we morgen heen gaan. Morgen uit de route, vandaag vlakbij. Het zit helaas niet in de route en de chauffeur heeft geld meegekregen voor alleen de route, die hij met mij moet rijden. De enige optie was, dat ik de extra diesel zou betalen. OK, OK, prima.
De route voert vanuit de Yol Vallei (links aanhouden) naar de Dugany Am, een kloof, die op zijn smalst net een niet al te brede auto kan doorlaten.
Tot en met juli is de kloof gevuld met ijs, als het ijs weg is, is de weg niet echt goed en de meeste chauffeurs durven de route niet te rijden.
Mijn chauffeur wel en dat heeft geleid tot een spectaculair stukje autorijden. Veel door de rivier, hele steile stukken en hele diepe gaten.
Maar we hebben het gered. Nadat we het smalle stuk gepasseerd waren, werd de weg ook weer breder en een half uur later zaten we weer op de asfaltweg.
Iets voorbij de afslag naar de Yol, gingen we linksaf, de prairie weer in. 'Ons kamp ligt 50 km van het asfalt af'. Ik vroeg me af, waarom niet in het ger kamp 4 km van de weg? Het antwoord was goed, de lokale agent kiest in elk overnachtingsgebied het beste ger kamp uit. Daar worden de toeristen heen gebracht. Zo kom ik straks nog in een tent te liggen, die $ 90,= per nacht kost.
Dit kamp heeft als voordeel boven de rest, dat de watervoorziening hier goed is en dat klopt ook wel, de douche heeft nog nergens zoveel water gegeven als hier.
Omdat het hier wat duurder en best wel afgelegen is, zijn hier ook minder mensen. Wat er nu zit, zijn mensen, die blijkbaar dezelfde route volgen als ik en 's avonds zie je ze weer verschijnen.
Het eten was wederom niet heel speciaal, maar wel weg te krijgen. Volgens mijn gids een 'traditioneel Mongools' gerecht uit China.
24 augustus
De dag begon met regen, daarna ontbijt en toen weer op pad.
Vandaag 180 km geheel onverhard. Die 180 km zijn het beste te beschrijven als aan de ene kant saai, maar aan de andere kant verandert het landschap steeds en de vegetatie ook.
Uiteindelijk kwamen we bij een heuvelrug, waar we al laverend doorheen gingen.
Rond de middag kwamen we aan bij het ger kamp. Heel attent vond ik van de gids, dat hij er voor gezorgd heeft, dat ik een tent kreeg dichter bij het toiletgebouw. Scheelt weer in het lopen vond ie. Na de lunch, die voor mij weer uit een blikje cola bestond, zijn we naar de zandduinen gereden. De Khongoryn Els, de zingende duinen.
De hoogste duinen zijn 300 meter hoog. Als het waait, of je klautert omhoog, dan hoor je de beweging van het zand.
Het was een half uurtje rijden met de auto en de gids ging ook mee omhoog. Nou, die was duidelijk een stuk sneller dan ik.
Het begin ging nog wel, je kon in je eigen voetstap blijven staan en had op die manier veel overeenkomsten met gewoon een wandeling in de bergen.
Nou, dat hield snel op, het hellingspercentage nam toe en je gleed steeds wat terug.
Ook het schuin oversteken van zo'n steile helling viel tegen, sterker nog, over 50 meter heb ik een kwartier gedaan. En dat waren lengtemeters, geen hoogte meters.
Dat stuk heeft me dan ook helemaal gesloopt. De gids zat een stuk hoger lekker te kijken naar dat gesukkel van mij. Ik wilde me ook niet laten kennen en ben doorgegaan. Doorgegaan, tot waar hij zat en daar werd het nog steiler.
Iets verderop zag ik een vrouw op handen en voeten proberen naar boven te komen, misschien was dat een idee. Het iedere was goed, maar het kostte natuurlijk net zo veel energie.
De gids was weer teruggegaan, ik had gezegd, dat ik dat ook zou doen, maar ik ben toch door gegaan. Vijf meter klimmen, drie minuten rust. Gaat niet hard maar je gaat wel omhoog. Maar echt, dat was voor mij niet meer te doen. Ik ben gaan zitten, heb wat foto's gemaakt en ben weer naar beneden gelopen.
Ik had toch 140 meter geklommen en beneden kon ik zien, dat ik nog maar 30 meter omhoog had gehoeven. Die laatste 30 meter zat er ook gewoon niet meer in. Ik was kapot.
Bij de auto een cola gedronken en weer terug naar het kamp. Ik heb eerst eens een uur plat op bed gelegen, om een en ander te laten herstellen.
Dan wil je onder de douche, is er geen handdoek in de tent. Dit hele verhaal heb ik staan te typen in afwachting van de handdoek. IK WIL DOUCHEN!
Gisteren al even gesproken, maar vandaag ook weer hier, is een Nederlands stel, die met dezelfde organisatie als ik, door Mongolië toeren. Ze hebben er al wel drie weken China opzitten en nu nog twee weken in Mongolië.
Morgen een rustdag, eerst naar een nomadenfamilie, waar ik een indruk krijg van hoe die mensen hier leven en daarna nog een tocht op een kameel.
25 augustus
Het bed was hard en de wind ook. Hele dag gisteren harde wind, iets van kracht 8.
Afgelopen nacht was de wind opeens weg en ook vanmorgen was het windstil.
Tja, wat voor weer heb ik hier eigenlijk? Elke dag schijnt de zon. Meestal de hele dag, maar af en toe is het 's morgens bewolkt, maar klaart het op in de loop van de dag.
Temperatuur net onder de dertig graden en 's nachts koelt het niet echt af.
Ontbijt vanmorgen om 08:00 uur. Daarna naar de nomadenfamilie, maar om daar al om negen uur aan te komen, was wat aan de vroege kant, zodat we eerst nog een tijdje door de natuur zijn rondgereden.
Toen ik gisteren op het duin zat en naar beneden keek, zag ik wat water glinsteren. Dat stopt daar ook, maar een stukje naar het oosten, ontspringt een bron, die het water over een afstand van ongeveer een kilometer naar het eindpunt brengt. Daar trekt het de grond in en verdampt de rest.
Rond kwart over tien arriveerden we dan bij de familie. Het Nederlandse stel kwam ook rond dat tijdstip aan.
Buiten de ger liepen een stuk of twintig kamelen, waar de man ze juist aan het melken was. Dat gaat best wel slim, zowel de familie als de kamelenjongen drinken van de melk. Daar hebben we een tijdje rondgelopen, waarna we in de ger werden ontvangen.
Zag er verder keurig uit, bankje (daar mochten de gasten op zitten), kastje met TV, en een keukenkastje. De vrouw was druk in de weer met de melk. Ze fermenteren die melk zelf en dat resulteerde in een goedje wat het midden hield tussen yoghurt en karnemelk. Daar ging een schaaltje van rond. Ik hoef dat spul niet, je weet nooit hoe goed wij daar tegen bestand zijn en ik word liever niet ziek tijdens de reis.
Daarna kregen we nog een schaaltje gloeiend hete kamelenmelk en onder het kom van, dat ik melk niet echt lekker vind, kwam ik daar ook onderuit.
Tijd voor de tocht op de rug van de kameel. We, de Nederlanders, hadden al afgesproken, dat we drie uur wilden rijden.
Het kost € 4,= per uur en de gids (de nomade dus) kost dat ook. Nadat we alleen gezeten waren tussen de twee bulten van het dier, gingen we op pad.
We zouden foto's maken van elkaar, voor de herinnering dus, en we konden ook leuk kletsen onderweg. De nomade sprak echt geen woord Engels, dus dat werd handen en voetenwerk.
Op enig moment kwamen we bij een andere nomadenfamilie en die man ging ook mee. Twee gidsen, één met de kameel van John en de tweede met Charlotte en ik.
Zo langzamerhand schuifelden we toch weer richting zandduinen en, verdraaid, we gingen het zand in. Het viel mij gelijk op, dat de kamelen beter geoutilleerd waren om in het zand te lopen dan ik. Zij hadden geen enkele moeite met de rulheid ervan.
Even later werden we van de kameel gehaald en konden we wat rondlopen en het duin opklimmen. Hier waren de duinen een stuk minder hoog, dan waar ik gisteren was, maar hier zingt het zand niet.
We zij met z'n drieën omhoog gelopen en dat ging best goed, want het zand was veel steviger en minder steil.
Bovengekomen ook best een mooi uitzicht en dus een veel foto's gemaakt.
Daarna dachten we weer weg te gaan, maar de heren waren nog even bezig met hun worstelpartijtje. Nationale sport en dan moet het even gebeuren.
Uiteindelijk hebben we een kleine drie uur getoerd en dat was ook voldoende.
Terug in de ger ging er weer een schaaltje smurrie rond, maar toen kon ik dat afslaan, omdat ik al een cola in de hand had.
Na de betaling, ben ik weer teruggegaan naar het ger kamp. Het was half drie. De rest van de middag vrij. Heerlijk gelezen, warm gedoucht, sudoku's gemaakt, koude cola gescoord, dus een heerlijke middag. Gewoon even bijkomen en niet 180 km hobbelen.
Dat ga ik morgen weer doen. Dat hobbelen dan.
26 augustus
Ontbijt een half uur later dan normaal, acht uur dit keer.
Vandaag eerst 150 km rijden over alleen maar steppenlandschap. Wel een paar keer gestopt voor de plaspauze en foto's maken.
Onderweg kwamen we zowaar nog door een dorpje met tankstation en bereik voor de telefoon. Het dorpje heet Bulgan. De chauffeur ging tanken, even weer de gelegenheid om de blikjes Coca Cola weer aan te vullen.
Niet veel later, rond kwart over twaalf, bereikten we het ger kamp. Om één lunch.
Tijdens de lunch begon het dicht te trekken en zelfs te regenen. Heel bijzonder.
Maar ik ben hier maar één keer en ik wilde toch wel naar de Flaming Cliffs.
Maar na de lunch werd eerst voor het Nederlandse stel de video over de vond van dino resten hier, vertoond.
Op aanwijzing van mijn gids, ook eerst de video bekeken en daarna gewoon naar de vallei. Het Nederlandse stel wilde uiteindelijk ook wel mee en toen we even later aankwamen op het plateau, was de regen al weer over en heel voorlichting liet de zon zich al weer zien. Goede keus dus.
We hebben met de gids een heel stuk bovenlangs gelopen en daarna konden we naar beneden lopen de vallei in. Hij heeft keurig uitgelegd hoe we konden lopen en de auto zou dan wel weer ergens bovenaan het plateau te zien zijn.
Ook onderin de vallei was het mooi. De zon was er volledig weer en dat maakt de schaduwwerking zo veel mooier.
We zijn nog driftig op zoek geweest naar fossiele dino eieren. In 1924 zijn die hier door een Amerikaan gevonden. Maar helaas, wij hebben ze niet gezien.
Op enig moment kregen we de auto weer in het zicht en zijn aldaar weer naar boven geklommen en teruggebracht te worden naar het kampement.
Vanavond diner om 18:00 uur, dan daarna weer naar die locatie.
Tijdens de zonsondergang varieert het licht steeds op de rotsen, vandaar ook de Flaming Cliffs.
Na het eten was er van de zon niet veel meer over. Sterker, het regende.
In de verte wel wat opklaringen, maar wat te doen?
Uiteindelijk besloten te gaan. Dit keer reed ik mee in de auto van het Nederlandse stel.
Bij de Cliffs aangekomen begon het op te klaren, maar de zon stond nog te hoog, dus de stoeltjes kwamen uit de auto.
Heerlijk in het zonnetje gezeten, af en toe even een foto gemaakt en langzaam zakte de zon naar beneden.
Ik ben op een gegeven moment toch maar gaan lopen, Inga, de gids van het NL stel, was ook al aan de wandel.
Hoewel de zon niet uitbundig scheen, het was ook wel eens even bewolkt, heb ik toch wel wat mooie plaatjes kunnen schieten.
Maar dat hield in één keer op. Het begon te plenzen, niet normaal, en een windkracht 10 erbij, zo uit het niets. Snel terug naar de auto. De stoeltjes waren al opgeborgen.
We hebben in de auto de bui afgewacht, maar het weer werd daarna niet echt beter.
Dus maar terug naar het kamp. Wederom een mooie dag gehad.
27 augustus.
Na het ontbijt was de eerste stop het Saksaul bos. De Saksaul is een beschermde boomsoort, die alleen voorkomt in dit deel van de Gobi.
Op een verhoging in het terrein bevindt zich het bos. Nou bos, het zijn eigenlijk niet meer dan struiken en dan tot twee meter hoog. De auto met de Nederlanders kwam er ook al aan en iedereen was foto's aan het maken van de auto's, de gidsen, selfies en de toeristen.
Na deze jolige stop, verder. Eindpunt vandaag Sayhan Ovoo, een klein plaatsje, waar door de Russen in de dertiger jaren twee kloosters zijn vernield en minimaal 200 monniken door hen zijn vermoord.
We waren er iets na de middag en na de lunch kon ik met mijn gids de boel verkennen.
Nou had ik daar helemaal geen zin in. Dus ik vroeg aan hem, of hij er een probleem mee had, als ik alleen op verkenning zou gaan. Nee dus, vond ie ook wel een keer lekker.
Iets naast ons (luxe ger kamp) lag een heuvel, met daarop drie beelden van steenbokken. Volgens de Lonley Planet een mooi startpunt om een wandeling door de omgeving te maken.
Aldus 45 meter omhoog gelopen, en inderdaad al direct een mooi uitzicht over de rivier de Ongyin. Het Ongi-klooster was ook goed te zien, tenminste de restanten.
Dus naar beneden en richting klooster gelopen.
De centraal gelegen tempel was gerestaureerd, maar ik ben eerst helemaal bovenlangs gelopen. Altijd op zoek naar de mooie doorkijkjes, voor- of achtergronden.
Na enige tijd ontwaarde ik de Nederlanders, die een dame met de sleutel van de tempel bij zich hadden. Dus op die manier ben ik de tempel èn het museumpje ernaast binnengekomen.
Inga maakte mij attent op een Boeddha beeld boven op een heuvel een eind verderop. Ik zag de schittering van iets van goudkleurig, dus dat was 'm dacht ik.
Dus eerst nog mijn route afgemaakt binnen de kloosterruïnes en toen een plek vinden, waar ik kon afdalen.
Ik ben daarin altijd erg voorzichtig omdat ik alleen loop. Het is niet handig als je valt en je kunt niet verder en er is verder niemand. Dat houd ik altijd in mijn achterhoofd.
Via iets van een paadje kon ik naar beneden en kwam bij de rivier uit. Deze een paar honderd meter gevolgd en toen zag ik het pad naar boven al liggen.
Ook op de top van die heuvel een erg mooi uitzicht over de rivier. Samen met Boeddha, die geen dorst bleek te hebben, een blikje cola soldaat gemaakt en nog even genoten van het uitzicht.
Daarna weer naar beneden en langs de rivier teruggelopen, tot een gerestaureerde pagode, waar ik het kloostercomplex weer inliep.
Bij het uitzichtpunt zat Inga zowaar nog steeds. Beetje te mijmeren en wat te bellen, geloof ik. Dat had ze aardig lang volgehouden.
De telefoon werd weggelegd, en we hebben er samen een uurtje gezellig zitten kletsen.
Daarna zijn we terug gelopen naar het kamp.
Hier waren de douches ook echt douches. Na zo'n lange tippel in de volle zon en rond de dertig graden moet het zweet er wel even af. Hier een goede waterstraal en, ook niet onbelangrijk, warm water.
Daar knapt een mens van op.
Even daarna het eten en dat was hier ook van uitzonderlijke kwaliteit. Een ger tent hier kostte dan ook $90,= per dag, heel duur voor hier en daarom ook alleen buitenlanders aanwezig.
28 augustus.
Vandaag weer een route over alleen maar onverharde wegen. Volgens het schema 220 km, maar het waren er 40 meer.
Omdat de weg erg slecht was, hebben we er langer over gedaan, dan normaal. Pas tegen half vier arriveerden we weer eens in de middel of nowhere. Wel een leuk ger kamp, hoog gelegen boven een rivier, op een plateau zeg maar. De kloof naast dit terrein is ontstaan na een aardbeving 8000 jaar geleden.
Spullen in de tent gegooid en op naar de rand van de kloof. Even kijken of je ook ergens naar beneden kon lopen. En dat kon. Er liep min of meer een pad naar beneden, tenminste, je kon zien, dat er vaker mensen naar beneden waren geklauterd.
Goed de aandacht er bij houden en even later stond ik bij de rivier. Foto naar links en naar rechts en dan linksaf, stroomopwaarts lopen.
Dat was niet het makkelijkste traject. Grote rotsblokken, waar je overheen moest, soms weer een stukje gras of zand en dat schiet dan weer wat op.
In de verte zag ik een verlaging van de kloof en iets verdergegaan nog één. Dus altijd een mogelijkheid om weer 'op het droge te komen'. Bij de eerste mogelijkheid was er wel een moeilijkheid, hoe kom ik omhoog. Na het nodige speur- en klauterwerk stond ik weer boven. De volgende verlaging bevatte rotstekeningen hoorde ik later.
Omdat er verder niet heel veel te doen en te zoen was, ben ik teruggelopen naar het kamp. Charlotte zei me, dat Inga om 18:00 uur met ons naar de rotstekeningen wilde gaan. Als ik mee wilde moest ik er om zes uur staan. Prima, leek me leuk.
Zij gingen eerst nog even een stukje lopen en vroegen of je bij de kloof kon komen. Ik wees ongeveer aan, waar ik was afgedaald en ze liepen die kant op.
Even later hoorde ik gegil. Het leek wel een roofvogel. Vlak er na nog een keer en nog een keer. Ik steek mijn hoofd buiten de tent en zie mensen rennen richting kloof. Het zal toch niet? Jawel, John was gevallen en een lag een eind naar beneden. Vreselijk, vreselijk. Charlotte in alle staten, onze gidsen en personeel van hier er bij en gewikkeld in een deken hebben ze met vier man John weer boven gekregen. Hij was bij bewustzijn, maar meer ook niet. Hij wist niet wat er gebeurd was.
Tot het moment, dat ie boven was, ben ik bij Charlotte gebleven, die was ook helemaal in shock.
Voor zover ik het heb kunnen bekijken, was een pink gebroken en had ie een flinke scheur in zijn oor. Verder veel schaafwonden en een wond bij de ribben.
Als ik zijn oor zo zag, had die een beste opdonder gehad en ik weet bijna zeker, dat John ook een beste hersenschudding zal hebben.
Om zes uur ben ik toch maar even in m'n eentje naar de rotstekeningen wezen kijken. De plek was niet moeilijk te vinden en na even rondgelopen te hebben en de sporen wat gevolgd hebbende, heb ik inderdaad de tekeningen ook gezien.
Inmiddels heb ik samen met de chauffeur gegeten en heb Tuvshintor aan de telefoon gehad met de mededeling, dat ze in het ziekenhuis waren en dat de arts bezig was met het onderzoek. Als er meer bekend zou zijn, zou hij weer bellen.
Charlotte was wel blij dat mijn gids ook meeging, Inga, hun eigen gids is ook mee gegaan en gewoon in de auto, waar ze ook mee rondtoeren.
Tuvshintor zal vanavond wel weer terug komen, wij gaan morgen weer verder.
In principe zouden John en Charlotte hier een extra dag zijn, dit zou ook de laatste avond samen zijn geweest. Heel triest, dat dit heeft moeten gebeuren.
Toen het bericht kwam, dat John zijn portemonnee verloren was, zijn we 's middags nog met een man of zes wezen zoeken. Zijn bril vonden we wel, maar geen beurs.
Tuv kwam niet terug, hij is bij John gebleven, Inga kwam rond kwart over elf nog even vertellen, dat John was onderzocht en waarschijnlijk alleen een pink en een rib gebroken waren.
Morgen zouden ze meer weten en Charlotte zou met de verzekering (van de ANWB) proberen te regelen, dat John met de heli opgehaald zou worden naar het ziekenhuis in Ulaan Bataar.
Inga en de chauffeur gingen weer terug en namen direct alle spullen mee van hen.
Ik kon de volgende morgen om half acht ontbijten met mijn chauffeur en dan ook naar het ziekenhuis komen om mijn gids op te halen en dan konden wij door.
Afscheid van Inga genomen, hoewel de gids van de anderen, hebben we ook met haar best veel opgetrokken.
29 augustus
Ontbijt om half acht en de spullen in de auto, maar mijn chauffeur gebaarde, dat we eest nog een keer moesten gaan zoeken naar de portemonnee van John. Niks natuurlijk en om 08:18 reden we weg.
De afstand naar het ziekenhuis was 35 km en dat duurde precies een uur. De dokter was juist bezig om John te behandelen. Alles was blauw aan die man. Een wonder dat er niet meer kapot was. Hij werd schoongemaakt, snee van drie cm in zijn oor werd gehecht en de overige wonden werden verbonden. Zijn gebroken rib werd gefixeerd en kreeg een rekverband om zijn bovenlichaam.
Ondertussen werd er door iedereen geprobeerd (Tuv, Inga en Charlotte) om die heli geregeld te krijgen. Dat lukte niet erg. Ik kan er een lang verhaal van maken maar als ik zeg, dat er pas om 14:50 uur groen licht kwam voor de heli, dan heeft dat erg lang geduurd. Iemand in Beijing moest nota bene goedkeuring geven, ondanks dat er al lang vanuit Nederland het bedrag gefiatteerd was. Kostte volgens mij $ 30.000,=.
Omdat Tuv een enorme hulp bleek in deze, heb ik niet gezegd dat ik verder wilde. Ik heb aangegeven, dat we verder zouden willen gaan als het bericht zou komen, dat de heli zou opstijgen. Ook Charlotte vond dat geen probleem. Hun eigen gids, Inga, bleef uiteraard wel.
Dus om drie uur zijn we verder gereden.
Het programma voor vanmorgen was een bezoek aan een nomadenfamilie en nog aan een viltfabriekje. Dat heb ik maar gelijk gecanceld.
Het bezoek aan het Erdene Zuu wilde ik niet missen en dat bleek een uurtje rijden te zijn. Dus om vier uur stonden we daar binnen. Binnen een vierkante muur van 400 bij 400 meter is in 1586 het oudste boeddhistische klooster gebouwd. Binnen deze muren stonden ooit 65 tempels, nu nog 18. Gespaard tijdens de communistische zuiveringen, omdat ze dienst deden als museum.
Ook de muur, met daarin 108 stoepa's is intact gebleven. Sinds 1990 staat dit complex op de UNESCO Werelderfgoedlijst en wordt het in Tibetaanse opgetrokken gebouw weer actief gebruikt als klooster.
Daarna heb ik nog even geld gepind en zijn we doorgereden naar het ger kamp.
Zo meteen eten en een beetje vroeg onder de wol.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley