Met de Dacia en benenwagen door de Albanese Alpen
Door: Henk
Blijf op de hoogte en volg Henk
18 Juni 2017 | Albanië, Shkodër
Tijdens de voorbereidingen kwam ik op YouTube een videootje tegen van een motorrijder, die deze weg vorig jaar had gereden (road before Theth). Dat gaf een aardige indruk van wat mij te wachten stond.
Maar eerst naar Mesi, waar een gemetselde brug uit 1868 te bezichtigen was.
De brug was snel gevonden en ik ben er ook nog overheen gelopen.
Inmiddels acht uur, dus op weg naar Theth.
Het eerste stuk gaat nog over de SH1 en dat schiet mooi op. Iets na Kopliku rechts af. Nog geen berg in de buurt.
Het weggetje is geasfalteerd, maar niet erg breed. Het uitzicht wordt ook nog eens belemmerd door hoge hagen en stenen muren langs de weg.
Maar goed, ik heb vandaag alle tijd.
Gestaag klim ik toch omhoog, het weggetje blijft smal.
Onderweg kom ik nog door wat dorpjes, maar die inwoners kijken allemaal wat schichtig, dus gewoon doorrijden.
Ja en dan de eerste mooie uitdaging. Iets wat op de Stelvio pas in Italië lijkt, een nieuwe asfaltweg met de wereld aan haarspeldbochten. Precies zoals in de video.
Op een hoogte van bijna 1700 m stopt het asfalt en beging de uitdaging van vandaag.
Theth ligt aan de andere kant van de berg en dan nog een dal verder zal ik maar zeggen.
Het meest is dus bergaf. De weg is eigenlijk beter geschikt voor een terreinwagen, maar die heb ik niet en het zou met een normale auto ook moeten kunnen. Wat fijn, als je op enig moment een zelfde Dacia tegenkomt. Het moet dus echt kunnen.
Ik had me voorgenomen, als het te gevaarlijk zou worden, ik om zou draaien, maar daar bleek geen sprake van.
Het is bijzonder intensief autorijden, elke steen, kuil, plas en beplanting langs de weg moet je in de gaten houden.
Een aanraking met de onderkant (carter) van de auto kan tot grote problemen leiden. Zo zag ik inderdaad een oliespoor op de weg lopen en die stopte bij een Skoda even verderop.
Dan heb je een probleem en helemaal als je daar met je huurauto strandt.
Enfin, na TWEE uur en 16 km verder, kwam ik in Theth aan.
De weg daar waren al net zo rampzalig, dus de auto geparkeerd, mijzelf georiënteerd en op pad voor een wandeling van 10 km.
Die wandeling had ik op internet gevonden, één van de weinige hikes, die circulair was.
Heerlijk na zo'n autorit de benen te kunnen strekken.
Het eerste stuk liep redelijk vlak, eigenlijk door het dorpje heen, waar de huizen echt ver uit elkaar staan.
Blikvanger was een kerkje, gebouwd van steen met planken als dakpannen.
Ook in dit dal zou nog een overgebleven relikwie, nl. de zg. Lock-in tower. In de tijd van de bloedwraak sloot een bedreigd mannelijk familielid zich op in een toren, net zolang tot de vendetta was beëindigd omdat er een ander familielid was vermoord.
Soms zaten ze wel vier maanden in de toren. Een kleine deur gaf toegang tot de toren, maar de ladder om boven te komen, was ook boven. Bij de man. Kleine openingen dienenden er voor, om te kunnen zien, of er goed of slecht volk aankwam. De entree bedroeg € 1,=.
De meeste van deze toren zijn verwoest. Koning Zog liet deze torens verwoesten, om zo een eind te maken aan de bloedwraak.
In het Dukagjin Ethnografisch museum vroegen ze ook een euro entree, maar dat was helemaal niks en heb ik ook niet betaald.
Ik ben het pad langs de rivier verder gevolgd en daar kwam ik weer eens niemand tegen. Pas bij een vervallen watermolen trof ik een Engels echtpaar. Die waren met de 4WD uit Engeland komen rijden. Echte die hards, want ze kampeerden overal.
Weer een stuk verder de brug over de rivier om zo aan de andere kant te kunnen komen. Dit is de Gërla brug, die over de kloof loopt. De Grunas Canyon is twee kilometer lang en 60 meter diep.
Echt mooi daar vond ik. Via de andere kant van de rivier weer terug. En ik maar denken, dat ik helemaal terug moest lopen naar de brug, waar ik met de auto overheen was gekomen, maar op enig moment zag ik twee stalen buizen over de rivier liggen, duidelijk bedoeld om mensen van de ene naar de andere kant te krijgen. Het pad liep inderdaad verder langs de goede kant van de rivier en twintig minuten later stond ik weer bij de auto.
Tja en dan weet je, dat je een kleine twee uur bergop moet rijden, over dezelfde weg, die op de heenweg al een uitdaging was.
Maar na zeven kwartieren stond ik weer boven. Tijd om even bij te komen, zoals daar meerdere mensen stonden. Daarna terug naar Shkodër, waar ik rond half zes weer bijnier hotel stond.
Even opfrissen, en de stadswandeling uit de reisgids gedaan en daarna heerlijk wezen eten, tomatensoep en kalfsvlees.
Had ik wel verdiend vandaag.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley