De tempels van Puthia en meer
Door: Henk
Blijf op de hoogte en volg Henk
01 Januari 2018 | Bangladesh, Rajshahi
Ik heb daar tot nu toe het lekkerst gegeten.
Helaas maar 1 nacht daar.
Van oud en nieuw heb ik niks meegekregen, ik sliep al, maar verder ook geen aandacht ervoor in het hotel.
Hoe dan ook, jullie allemaal een heel gelukkig en gezond 2018.
Na het ontbijt zijn we om acht uur vertrokken, eerst richting Natore.
Tijdens de Britse kolonisatie periode stond dit gebied bekend als de Rajshahi Raj en fungeerde als een administratief punt onder de heerschappij van het Mogol bewind, welke in het nabijgelegen Murshidabad zetelde.
Omdat deze Raj erg succesvol bleek, wekte het vertrouwen van Murshid Quli Khan, die de titel Subhadar van Bengalen had. (1704-1727).
Daardoor werden er in die regio veel mooie gebouwen neergezet.
Één van die gebouwen is het Uttara Gono Bhaban, nu één van de officiële residenties van de huidige president.
Binnen kijken was er niet bij, maar de tuinen er om heen en natuurlijk het gebouw zelf zagen er prachtig uit. Door de mist vanmorgen geen zonnetje op de gevel, maar de mistige omstandigheden, geven de foto's ook wel weer iets mystieks.
Het gebouw is geïnitieerd door Dayaram Roy, een wees, uiteindelijk opgeklommen tot belasting inner. Door een overwinning op een vijand van de nawab, kreeg hij de fondsen in handen om dit estate te bouwen.
Ook veel gebruikt voor zeer chique feesten en modeshows met kleren uit Europa.
Daarna naar het zg. koninginnepaleis, maar gesloten vanwege een congres.
Toen we terugreden naar de hoofdweg, kwamen we ook nog twee bussen vol mensen tegen, die daar ook heen wilden.
Zonder notificatie, zei Amit, gooien ze zomaar een (lokale) trekpleister dicht.
Wij weer verder richting Rajshahi. Dit gebied staat bekend om de tempels en mango's.
Het barst hier werkelijk van de mango bomen, velen al 100 jaar oud.
Verder in dit gebied, maar eigenlijk in het hele noorden, groenteteelt, rijst verbouw en lychees.
Ook zie je hier veel baksteenfabrieken.
Ik had al eens gevraagd om er een van dichtbij te bekijken en vandaag lukte dat.
Het proces. De wat droge klei wordt vermengd met wat water en door een menger gedrukt, uiteraard in handkracht.
Met een kruiwagentje wordt het mengsel vervolgens in de buurt van een zittende man gekipt, die maar moet zorgen, dat het hoopje zo snel mogelijk via een baksteenmal als baksteen tevoorschijn komt.
Hij pakt dus een hoeveelheid klei, stopt dat in een licht bezande houten mal, drukt het aan en keert de mal om en er ligt een grijze steen.
Deze moet drie dagen drogen in de zon.
Deze man doet op deze manier ca. 4.500 stenen per dag (hij werkt van zes tot zes), en er werken acht man in de fabricage van de stenen.
Vervolgens worden dan al die stenen na drie dagen in een oven gelegd, allemaal handwerk en dan in drie dagen tot baksteen gebakken.
Gouden handel, een rendement van 50% op de fabricage schijnt geen uitzondering te zijn.
Daarna door naar Puthia, waar een aantal prachtige tempels staan. Allemaal gebouwd in het begin van de 19-de eeuw, toen deze streek voornamelijk door Hindoe's werd bevolkt.
Ene meneer Nilambar kreeg de titel Raja (17-de eeuw) en met deze titel, kwam hij ook in het bezit van een groot stuk land, ongeveer het huidige Puthia.
Door overerving werd dit land verdeeld onder zijn nazaten.
De meeste tempels, die we nu nog kunnen zien, hebben de Devi familie gedurende de 19-de eeuw laten bouwen.
Wij begonnen onze wandeling bij de Siva tempel (1823). Mooi gerestaureerd en prachtig gelegen aan een grote vijver.
Bijzonder zijn de op de vier hoeken geplaatste objecten, welke lijken op dennenappels of honingraten, en op geen enkele andere tempel te zien zijn.
Via het Puthia paleis, kwamen we uit bij de Govinda tempel.
Een Hindoe tempel gebouwd in 1895 en nog steeds in een goede staat verkerend. Afwijkend van de Kantajis tempel in Dinajpur, welke de torens door een aardbeving kwijtraakte, heeft deze tempel de torens nog wel.
Verder weer heel veel terracotta tegels aan de gevels, die verschillende Hindoe onderwerpen uitbeelden, zoals de Radha-Krishna.
Daar vlakbij nog een klein tempeltje, die gerestaureerd werd.
Aan de andere kant van de vijver, nog twee hele mooie tempels, Jagaddhatri en Gopala.
Ook voorzien van prachtig gerestaureerde terracotta plaquettes met ook weer voorstellingen van Hindoe onderwerpen, ditmaal Ramayana.
Op naar Rajshahi, waar Amit mij nog een zijdefabriek wilde laten zien.
Het begint natuurlijk met een (zijde)vlindertje, die legt eitjes en daar komt een rups uit, de zijderups. Na 26 dagen zijn ze volwassen en spinnen een cocon (van zijde).
Uit zo'n cocon wordt 900 tot 1800 meter zijdedraad gewonnen.
Nadat de cocon gekookt is, wordt de draad afgewikkeld op een spoel. De garen kan dan nog gekleurd worden en gaat dan de fabriek in. Hier weefgetouwen, die op machinekracht werken. Wel een enorme herrie daarbinnen.
Boven de fabriek een winkel, waar naast zijden-, ook katoenen kleding en stoffen worden verkocht. Verder schoenen, kinderkleding, herenmode en kinderspeelgoed.
Daarna door naar het Varendra Onderzoeks Museum. Hier veel Hindoe en Buddhistische kunst, rond de duizend jaar oud en gevonden tijdens opgravingen, onder andere op de plekken waar ik gisteren was.
Na nog een bakkie koffie, werd ik afgezet bij het Chez Razzak hotel, ook weer de beste optie in deze stad, maar kan niet tippen aan het Naz Garden Hotel.
Morgen een hele lange reisdag en mijn eerste overnachting op de boot. Dus waarschijnlijk een dag of drie uit de lucht, want met die boot ga ik de moerassen in het zuiden verkennen, de Sundarbans. Met een hele kleine kans op het zien van de Bengaalse tijger.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley