De Sundarbans overleefd
Door: Henk
Blijf op de hoogte en volg Henk
04 Januari 2018 | Bangladesh, Gopālganj
Ook in het Chez Razzak bleek het verstandig om op tijd het eten te bestellen.
Dus maar weer tomatensoep en rundvlees besteld.
Mijn gids verbleef ergens anders, deze locatie was te duur. Ik weet niet waarom, want het was een kaal en kil hotel.
Ik was nog niet op mijn kamer of de telefoon ging al, er was geen rundvlees, wel kip.
Dan maar kip, maar wel graag zonder botjes. Dat bleek tot de mogelijkheden te behoren. Half acht.
Het was drie minuten voor half acht en de telefoon ging. Het eten was klaar.
Wat ik besteld had, was er ook. De soep, kipsticks en frites. Colaatje erbij en koffie na.
Er was verder ook echt helemaal niemand.
De volgende dag een lange reisdag, half zeven vertrek. Het hotel wilde nog wel even een ontbijtje klaarmaken om zes uur. Dat was erg vriendelijk.
En inderdaad, stond er een eitje klaar, toast plus jam en de koffie.
Om kwart over zes was de auto er ook al en konden we op weg. De rit naar Mongla was 400 km en zou iets van elf uur duren.
Onderweg nog twee stops, de eerste bij het graf van Lalon Utsab, een humanist uit de 18-de eeuw. Behalve dat, schreef hij ook veel liederen, waarbij de gelijkheid voor iedereen, ongeacht religie, centraal stond.
Toevallig waren er een aantal muzikanten aanwezig, die wel wat van die liederen wilden spelen. Zou vijf euro kosten. Vooruit dan maar.
Er werden twee stoeltjes neergezet, maar nadat de eerste klanken klonken, stroomden lokalen massaal toe. Na drie liedjes was het wel weer genoeg en daarna op weg naar de tweede stop.
Dat was een roze gebouw, waar Rabrindranath Tagore vroeger woonde.
De wat oudere lezers, zullen zich deze naam wellicht herinneren, als de eerste en enige Nobelprijswinnaar uit Bangladesh. Ook schreef hij het volkslied van Bangladesh.
Voor mij stelde het weinig voor, maar voor de mensen hier een belangrijke plek. Schoolklassen worden hier mee naar toe genomen voor een stukje algemene ontwikkeling.
Via bar bar slechte wegen arriveerden we rond half zes bij de boot.
Het bleek een tien persoonsboot te zijn, maar ik was de enige gast.
Ze hebben ook nog een boot voor 46 man, maar daar zaten zes Japanners op en mijn gids zei, dat ze mij maximale ontspanning gunden, vandaar deze boot.
Inclusief parkwachter, die even later opgepikt werd, zijn er zeven man aan boord, om mij een paar leuke dagen in de Sundarbans te bezorgen.
Net twee meer als afgelopen zomer op de Busanga Plains.
Ik kon kiezen welke hut ik wilde hebben en gezien de lengte van de kooien, leek het mij handig om een twee persoons uitvoering te kiezen. Kon ik ook nog diagonaal liggen.
Mijn gids weet inmiddels, dat ik van tomatensoep houd, en dat had ie telefonisch al doorgegeven. Dus inderdaad die soep, salade, gewassen in mineraalwater, kip, verse vis uit de rivier en koffie. Ook mijn voorliefde voor Coca Cola was gehonoreerd, er bleek voldoende voorraad aan boord te zijn.
Na nog wat natafelen, ben ik nog wat gaan lezen en al varend, in slaap gevallen.
3 januari.
De boot heeft de hele nacht doorgevaren en om half zeven, arriveerden we in de Golf van Bengalen, oftewel, het meest zuidelijke puntje van de Sundarbans.
Toen overgestapt in een klein bootje, een soort punter, en met die boot, geruisloos door een wat kleiner kanaal gevaren.
Gewoon prachtig. Hoewel ik hier geen tijger heb gezien, is de natuur hier echt uniek, zeker met een opkomende zon erbij.
Wat heb ik wel gezien? IJsvogels, reigers, apen (Rhesus), otters, herten en andere, mij onbekende vogels.
Rond negen uur waren we terug op de boot voor het ontbijt. Ik word hier wel in de watten gelegd, want ook nu weer alle aandacht voor mijn ontbijt. Eerst een omelet, toen een spiegelei, toast, honing, jam en koffie.
Nee, de service is meer dan goed, het doet soms zelfs een beetje koloniaal aan.
Na het ontbijt werd ik afgezet aan land, samen met de gids, de parkranger (met wapen), Ali en ik. Ali regelt de boel aan boord.
En dan loop je in een prachtig natuurgebied, zwaar beschermd door de overheid en dan zie je een enorme hoeveelheid afval overal liggen. Met name de lege plastic flesjes. Dat is toch het werk van de lokale, wat hogere middenklasse, die dit soort uitstapjes kan betalen. Maar oog voor de natuur of enig respect daarvoor, ontbreekt geheel.
Uiteindelijk kwamen we uit bij een strandje, gelegen aan de Golf van Bengalen.
Na een korte stop, weer dezelfde weg terug. Ook hier geen tijger gespot.
Nu is dit gebied 6000 km2 groot en er leven volgens de officiële tellingen, 106 tijgers, dus de kans, dat je er één ziet is ook niet zo groot.
Vanmorgen wel sporen van een tijger gezien, maar nee, het dier zelf niet.
Aansluitend de lunch, met oa. net gevangen krab, garnalen, tomatensoep, vis, rijst, groente, salade en wat prutjes, die ik Amit laat.
Na de lunch een wandeling aan de andere kant van de rivier. Hier bieden mijn kistjes uitkomst. Het terrein bestaat uit slib plus water, dus Amit had al gevraagd of ik andere schoenen bij me had voor de wandeling door de troep.
We werden met het bootje afgezet en daar begon onze wandeling. Het was inderdaad een vieze natte glibberige bende, maar wel mooi om daar nou eens doorheen te kunnen lopen.
Veel herten om ons heen, een incidenteel wildzwijn (zeer schuw) en diverse (roof)vogels. Het loof van de bomen hangt overal even hoog boven de grond. Ik dacht dat het te maken had met het hoge water, wat steeds die hoogte bereikt, maar het bleek precies de hoogte te zijn, die de herten kunnen bereiken.
Om de beestjes te lokken, werden er uit diverse bomen, takken met bladeren afgebroken, en deze werden op een open plek neergelegd.
Na 20 minuten wachten, nog geen hert te zien.
Iets verderop zat Ali boven in een boom en die had ondertussen de halve kruin er uit gesloopt, met als resultaat, dat er een flinke berg verse bladeren onder die boom lag.
Wij daar maar heen en toen Ali zich weer uit de boom had weten te manoeuvreren, en we op gepaste afstand stonden, kwamen er zeker 100 herten aan.
Toen de eersten zich tegoed gingen doen aan de verse bladeren, volgde de rest snel.
Mooi gezicht en als ze eenmaal eten, kun je weer dichterbij komen.
Daarna via een andere route terug, waar de boot ons weer oppikte.
De schoen en broek zaten onder de slib, dus dat moest ik nog wel even schoonmaken. Dus niet dus, want wat ik ook zei, ik hoefde dat niet zelf te doen.
Een uur later alles keurig schoon en droog retour ontvangen.
Aansluitend de lunch, waarna het anker werd gelicht, voor de trip richting het noorden.
Ik heb de hele middag lekker in de zon op het voordek gezeten en best nog veel dieren kunnen fotograferen.
Om zeven uur diner, met voor mij oa. kipfilet en tomatensoep.
Rond negen uur vanavond voor anker, zodat we een nachtrust hebben zonder de achtergrondmuziek van een dieselmotor.
4 januari
Om iets over zeven werd de motor weer gestart om de reis naar Mongla te aanvaarden.
Niet over de brede waterstromen, maar door de wat kleinere watertjes.
Dat was dus het voordeel voor mij, dat ik op dit 10 persoons schip zat, die heeft een kleinere diepgang.
Onderweg toch wel weer mooie vogels gezien, langs de oever wat dieren, waaronder één krokodil. Rond half negen stond het ontbijt weer klaar.
De mensen hier in Bangladesh zijn uitermate vriendelijk. Overal waar je komt willen ze graag weten waar je vandaan komt en iedereen is even hulpvaardig.
Dat zie je op de boot ook terug. De meesten spreken geen woord Engels, maar 'good morning' kennen ze wel en altijd een glimlach paraat.
Ook hoe ze hun best doen om je eten ze lekker mogelijk te maken. Amit had al ruim voor onze aankomst aangegeven, wat ze allemaal moesten inslaan.
Koffie, Coca Cola, rundvlees, kip zonder botten, vis en ze wisten zelfs al, dat ik de koffie zwart drink. O ja, door batterijen aangedreven melkopschuimer had geen functie, dus werd de koffie er mee opgeschuimd. Fantastisch toch?
Rond elf uur arriveerden we bij een Ranger Station, waar we over een mooi aangelegde vlonder, het mangrovebos van dichtbij konden zien. Nog steeds geen tijger en dat werd 'm ook niet.
Daarna kwamen we weer in de bewoonde wereld, waar we nog een vissersdorpje hebben bekeken, maar dat was niet veel.
Iets over één, meerden we weer aan, de bagage werd weer naar de auto gebracht en wij op weg naar Bagerhat.
Bagerhat is de bakermat van de islamitische cultuur in Bangladesh. Hier vestigden zich de eerste moslims en dat was in de 15-de eeuw.
Bangladesh heeft drie plaatsen op de Werelderfgoedlijst staan. Naast de tempel in Paharpur, de net bezochte Sundarbans, nu naar de Shait Gumbad Mosque.
In en rond Bagerhat barst het van de moskeeën, dit is de grootste en meest bijzondere.
Als je de naam letterlijk vertaalt, betekent het 'de 60 koepels moskee'.
In feite zijn er 77, plus op de hoeken elk 1, dus 81 koepels.
Ene Khan Jahan, was de grote inspirator voor de oprichting van deze talloze moskeeën in deze streek.
Tegenover de net genoemde moskee, lag er ook nog een andere, maar met slechts 1 koepel.
Khan Jahan stierf in 1495 en voor hem is er een mausoleum gebouwd, waar we ook nog even zijn wezen kijken. Dit bouwwerk heeft ook één koepel. Daarnaast nóg een mausoleum voor zijn rechterhand, Pir Ali. Daar vlakbij nog een moskee, die geen dienst meer doet (Dargah Mosque).
Tenslotte zijn we nog naar de negen koepel moskee geweest en die stond er wat beter bij. Hier aan de westzijde terracotta tegels met bloemmotieven.
Via Khulna zijn we nu aangekomen in Gopalganj. Een gat van niks, een (govermental) hotel van niks, dus gauw vergeten. Zelfs mijn gids en chauffeur gaan hier niet eten, dat zegt genoeg.
Amit heeft voor mij in het dorpje inmiddels spontaan cola gehaald en rond half acht wordt mij wat brood en cola door het hotel gebracht.
Ik heb genoeg te lezen, tot morgen.
-
04 Januari 2018 - 18:13
Tine Hamminga:
Alles goed hier. Geen schade bij je huis.
Komende week wordt het hier koud. Afwachten maar.
Oudejaarsavond is in heel nederland rustig verlopen.
Hier prachtig vuurwerk.
Geniet nog maar van je vakantie.
Hartelijke groeten, pa en ma.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley