Het plattelandsleven op Bali
Door: Henk
Blijf op de hoogte en volg Henk
29 December 2013 | Indonesië, Ubud
De gids, die er vandaag bij was (Madi), sprak zowaar Nederlands.
Eerst maar even de stad uit, wat een hectiek qua verkeer. Al gauw reden we weg van de gebaande paden, en op de smalle kronkelige asfaltpaden tussen de rijstvelden.
De eerste stop was voor een vergezicht van een vulkaan, ruim 3100 meter hoog. De naam is me even ontschoten, maar de Lonely Planet redt mij nu even, de Gunung Abang, 3142 m.
Tussen de lens en de vulkaan, was een man bezig een omgeploegde rijstakker vlak te poetsen met een machine. Dat gaf de foto de juiste dieptewerking. Helaas niet met de Windows Phone gemaakt, zodat ik hem niet kan uploaden.
Een kilometertje of wat later kwamen we aan bij een enorm groot terrassengebied, allemaal rijstveldjes. Het leuke was, dat we overal even stopten en ter plaatse een korte wandeling maakten, waarbij er dus in het Nederlands uitleg bij werd gegeven.
Ik heb inmiddels onthouden, dat er van 1 are rijstveld, 40 kilo ongepelde rijst geoogst kan worden. Het begint met het planten van zg. kiemrijst, op een paar vierkante meter worden de kleine rijstplantjes gepoot. Na 25 dagen worden ze op hun definitieve plek geparkeerd. Na vier maanden is de rijst rijp en wordt er geoogst. Dus 3 oogsten per jaar.
Voor de Nederlanders hier kwamen, kon er maar 1 keer geoogst worden en dat had te maken met het onvoldoende beschikbaar zijn van water. Gedurende drie maanden moeten de planten in het water staan, de laatste maand worden ze droog gezet.
De Nederlanders hebben hier rond 1915 dammen en stuwen gebouwd, die er voor zorgen, dat het hele jaar door er water beschikbaar is voor de rijstteelt. En nog wordt er rijst geïmporteerd vanuit Thailand en India.
Vervolgens zijn we naar Penglipuran Village gereden, een traditioneel dorpje, waar alles gemaakt wordt van bamboe. Dit wordt uit het bos gehaald, wat achter het dorp ligt. Nog een wonder, dat het bos er staat.
Toeristen komen hier bijna niet, maar het was wel de moeite waard om daar doorheen te lopen. Het zag er netjes uit, alle wegen waren bestraat, alleen kon niemand met de auto bij huis komen, dat zag ik als een nadeel :-)
We hebben het bezoek aan dit dorpje gecombineerd met een koffie stop.
En toen weer verder. Madi wilde me toch nog een dam laten zien, die door de Nederlanders is gebouwd en wel in 1917. Er mankeerde nog niks aan. Ik vermoed, dat meneer Stevin hier de hand in heeft gehad. Dammen, die door de Balinezen zijn gebouwd, houden het maar een paar jaar vol en moeten dan gerepareerd worden. I rest my case.
Vervolgens door naar een tempel, gebouwd in de 15-de eeuw midden in een rijstveld. Dit ter ere van de godin van de rijst.
Hier komt dan ook niemand meer, compleet uitgestorven, maar best wel mooi.
We hebben de dag besloten in Ubud, waar we de lotus tempel nog hebben bekeken en niet daar ver vandaan, het Koninklijk Paleis.
De bewegingsvrijheid binnen was vrij beperkt, dus na 5 minuten stonden we weer buiten.
Vanavond ga ik proberen het Belgisch restaurant te vinden, fameus om de steaks.
Morgen een reisdag met allerlei stops daarin met als eindbestemming Lovina. Dat ligt in het noorden, direct aan het strand.
Groetjes
Henk
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley