In het voormalig oorlogsgebied.
Door: Henk
Blijf op de hoogte en volg Henk
04 Januari 2019 | Vietnam, Hué
De eindbestemming voor vandaag is Hue, maar voor ik daar ben gaan we vandaag het voormalige oorlogsgebied in.
De eerste stop was bij een monument ter ere van de gevallenen in de Vietnam oorlog.
Dit noemt men de vlaggentoren. Iets ten zuiden daarvan staat een houten barak, waarin een aantal mensen zijn gesitueerd (poppen) en wel op ware grootte.
Dit moet het moment memoreren, dat op deze plek in 1972 het principeakkoord werd ondertekend waarin de wapenstilstand tussen Noord en Zuid Vietnam beklonken werd.
In 1973 is dit geformaliseerd met de ondertekening in Parijs.
Negentien jaar eerder, in 1954, werd bij de Akkoorden van Genève bepaald, dat Vietnam verdeeld zou worden in een zuidelijke en noordelijk deel. Dit was dus na de Franse overheersing van het land.
De grens kwam te liggen op de 17-de breedtegraad en dit werd de gedemilitariseerde zone genoemd (DMZ van 1954 tot 1975). De Hien Luong brug over de rivier, waar ik vandaag was en ook de vlaggentoren staat, viel precies op de 17-de breedtegraad.
Het noordelijk deel van de brug was destijds rood geschilderd, het zuidelijke deel, geel. Gedurende 18 jaar is hier dus ook niet gevochten, tot 1972.
Toen trokken Noord Vietnamese troepen de 17-de breedtegraad over om Zuid Vietnam en de VS aan te vallen. Dit wordt het Pasen offensief genoemd.
De Amerikanen beantwoordden dit met een van de meest intensiefste bombardementen ooit. Het noorden werd flink geraakt en in de havens werden zeemijnen gelegd. Ook de eerder genoemde Hien Luong brug werd keer op keer gebombardeerd om te voorkomen dat de troepen uit Noord Vietnam naar het zuiden konden trekken.
Om de bombardementen te kunnen overleven, groeven de Noord Vietnamezen zich in. We hebben allemaal wel gehoord van de tunnels, die gegraven zijn.
Straks meer daarover.
Heden ten dage is de brug weer hersteld en bijna op het midden van de brug is een witte lijn getekend, de scheiding tussen Noord en Zuid. Aan de noordkant staat voor de brug nog een zg. vredespoort.
Aan de noordoever van de rivier bevindt zich nog een museum en een nieuw groot monument, om de helden van toen te eren.
Aan de zuidoever staat nog een wachttoren van de Amerikanen en ook een nieuw opgetrokken monument, welke de hereniging moet voorstellen in de vorm van een moeder met kind. Bijzonder is de vorm van de bladeren van de bomen, die er naast staat, die lijken op raketten.
Nadat ik hier door mijn nieuwe gids Anh was rondgeleid, was het tijd om de Vinh Moc tunnels te bezoeken.
Een heel bijzondere plek. Hier een heel complex van ondergrondse tunnels, de restanten van een kustplaatsje in Noord Vietnam, dit om aan de bombardementen van de Amerikanen te kunnen ontsnappen. De tunnels zijn al gegraven in 1966 en 1967.
Hier gingen 90 families onder de grond wonen en er werden drie verschillende levels aangelegd, de diepste tot 23 meter (level 3).
De lengte van de tunnels hier bedraagt bijna 2 km en gedurende de bombardementen bleven de mensen wonen en werken onder de grond.
Ook zijn er 11 kinderen geboren, die allen nog leven en daar nog steeds in de buurt wonen.
De tunnels zoals ze er nu nog liggen, zijn opengesteld voor het publiek en nog in originele staat. Alleen is er nu verlichting in aangebracht.
Anh nam me mee naar een klein museum, waar een plaquette hing met daarboven de tekst, 'to be or not to be', refererend aan het overleven van de bombardementen.
Op de vliegtuigen, heli's en bommen staat steevast 'USA' geschreven.
De onderkant laat het leven onder de grond zien.
Daarna was het tijd om ook ondergronds te gaan. Er waren totaal 12 openingen, dit ook, om te zorgen, dat er lucht circulatie kon plaatsvinden voor de nodige zuurstof.
Het was maar goed, dat de menen hier maar klein van stuk waren, anders hadden de tunnels hoger moeten maken. Ik paste er niet in. Ja, kromgebogen als een eenzame fietser, die tegen de wind in hard moest trappen.
De hoogte van de tunnels bedroeg ongeveer 1,60 m, dus ik moest wel constant gebukt lopen.
Veel trappen in de tunnels, bij het tweede level, begon er al wat water te stromen en de temperatuur nam toe, de vochtigheid ook. Én je moet niet claustrofobisch zijn aangelegd.
Tenslotte ook nog afgedaald naar het diepste gedeelte, hier zelfs ondergrondse waterputten, die constant waren gaven, eigenlijk bronnen.
Via een zijgangetje even een detour genomen en kwamen we zowaar uit bij de zee.
Er waren zes uitgangen, die aan de zeezijde uitkwamen.
Daarna weer naar binnen om uiteindelijk bij entrance nummer 5 weer bovengronds te komen. En zweten! Ik heb toch zeker een half uur in die ondergrondse tunnels gelopen. Zeer krap, maar zeker de moeite van het zien waard. En respect voor de mensen, die dit gebouwd hebben en gedurende lagere tijd hier geleefd hebben.
Toiletten had ik niet gezien, maar de vraag werd zeker beantwoord, voor hun behoeftes ging men naar buiten.
Ondanks dat, werden toch veel mensen ziek. De vochtige en warme omgeving was een goede voedingsbodem voor ziektes.
Anh en de chauffeur moesten even lunchen, en ik was blij, dat ik dat daar niet hoefde. Een koude cola was genoeg voor mij.
Na de lunch door, verder richting het zuiden. De volgende stop, de Quang Tri Citadel.
Koning Minh Mang gaf opdracht aan zijn onderdanen om de muur van de citadel te bouwen (1827). De muur is 9 meter hoog en 12 meter dik en gemaakt van bakstenen.
De citadel heeft vier poorten, in alle windstreken één. De totale oppervlakte binnen de muur bedraagt 16 ha.
Maar dan. In de zomer van 1972 veroveren de Noord Vietnamezen Quang Tri. Gedurende 81 dagen zijn de Zuiderlingen en de Amerikanen een tegenoffensief gestart, waarbij duizenden doden gevallen zijn door de zware bombardementen.
De citadel heeft het overleefd, maar onder het puin lagen de doden.
Nu is het een oorlogsmonument, een plek om in stilte terug te denken aan de gevallenen èn een begraafplaats zonder grafstenen. De doden, de lijken van de soldaten van toen, liggen hier nog allemaal onder de grond, zonder een eigen graf.
Na deze imposante indrukken, zijn we doorgereden naar Hue.
Hier verblijf ik in het ****hotel Romance, maar waar het interieur nogal overkomt als uit een Oostenrijkse hotel uit de vorige eeuw met veel hout.
Enfin, er staat een bed, de badkamer ziet er goed uit en ze hebben hier een restaurant op de 11-de verdieping met een mooi uitzicht over de stad.
Morgen ook hier, dan weer bootje varen, een pagode en bezoek aan de 'Imperial City of the Nguyen Dynasty'.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley