De Wieliczka zoutmijn en Kazimierz
Door: Henk
Blijf op de hoogte en volg Henk
25 September 2020 | Polen, Krakau
Even later kwamen er nog een paar mensen aanlopen, het bleken allemaal Nederlanders te zijn.
Het is maar 15 km rijden om bij het startpunt van de mijn te komen en wij konden om 09:45 uur pas naar beneden. Dat doen ze wel goed. Groepjes van 25 mensen en dan steeds tien minuten na elkaar met gids naar beneden.
Dus nog tijd genoeg voor een bakkie.
Gelukkig werd het kwart voor tien en konden we gaan.
De eerste etappe bestaat uit het afdalen van tig trappen naar een diepte van 64 meter. Vandaar is het de eerste gangen doorlopen en zo af en toe zijn wat sculpturen te zien. Deze zijn ooit door de mijnwerkers zelf gemaakt om de tijd te doden als ze niet werkten.
Door de constante trek van de lucht door de gangen in combinatie met de luchtvochtigheid van die lucht, is alles is de mijn onderhevig aan een vorm van erosie. De wanden zijn daardoor bv. gewoon glad geworden. Bijna gepolijst. Daar is wel wat mee gedaan, de temperatuur zit er altijd rond de 15 graden en de luchtvochtigheid wordt nu ook kunstmatig lager gehouden.
Op 101 m diepte bevindt zich de Sint-Kingakapel, een grote zaal van meer dan 54 m lang, gewijd aan de patroonheilige van de mijnwerkers.
Alles wat je ziet is van zout gemaakt, ook de kroonluchters bestaan uit zoutkristallen.
Verder in de wanden reliëfs en bewerkte altaren.
Hieronder wat info vanuit Wikipedia.
De Wieliczka-zoutmijn ligt in het plaatsje Wieliczka nabij Krakow. De mijn is een van de oudste zoutmijnen ter wereld. Het winnen van zout op deze plek werd voor het eerst vermeld in 1044. De gangen van de mijn zijn in totaal 300 kilometer lang en bereiken een diepte van 327 meter.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de zoutmijn gebruikt door de Duitse bezetters als opslagplaats. In 1992 is de productie van zout er stopgezet, na een grote overstroming.
De zoutmijn kwam voor op de allereerste Werelderfgoedlijst ooit (opgesteld gedurende de 2e sessie van de Commissie voor het Werelderfgoed en daterend uit 1978). Tussen 1989 en 1998 stond hij ook op de lijst van bedreigd erfgoed omdat de zoutsculpturen werden aangetast door vocht. Een groot conservatieprogramma heeft dit tij weten te keren. De inschrijving werd in 2013 uitgebreid met de toevoeging van de Bochnia-zoutmijn.
Omdat de lucht in de mijn vrij is van vervuiling en rijk is aan micronutriënten, heeft men een kuuroord gebouwd op 135 meter diepte.
De mijn is ook bijzonder vanwege zijn lange toeristische traditie. Al aan het einde van de 15e eeuw kwam de elite deze ondergrondse bezienswaardigheid aanschouwen. Beroemde bezoekers uit het verleden zijn onder andere Nicolaus Copernicus, Johann Wolfgang von Goethe, Alexander von Humboldt, Dmitri Mendeleev, Robert Baden-Powell en Karol Wojtyła (de latere Paus Johannes Paulus II). Elk jaar bezoeken zo'n 800.000 toeristen de mijn.
Bezoekers worden heden ten dage rondgeleid over een 3,5 kilometer lange route langs standbeelden van historische en mythische figuren, allemaal uitgehouwen in het rotsachtige zout. Verder zijn er een ondergronds meer, een kapel en worden er oude werktuigen getoond ter illustratie van de historie van de zoutwinning. Er staat onder meer een standbeeld (ter ere) van Paus Johannes, dat hier in 1999 geplaatst werd naar aanleiding van de heiligverklaring van Kinga van Polen.
De latere Poolse paus is hier drie keer geweest, maar nooit als paus. Desalniettemin, staat er wel een zoutsculptuur van hem in de mijn.
Op het diepste punt zowaar een horeca gelegenheid, met daarnaast een souvenirwinkel.
Drie keer raden wat ze daar verkopen.
Iets verder kwamen we uiteindelijk na twee uur sjouwen, bij de lift, die je weer omhoog bracht.
Rond half één was ik weer in Krakau.
Ik ben gelijk doorgelopen naar het kasteel op de heuvel, om het kasteel zelf nog even van binnen te kunnen zien. Alles bleek gesloten. Waarom weet ik niet. Er werden nog wel kaartjes verkocht. Ik heb uiteindelijk een kaartje voor de Dragons Cave gekocht.
Via een wenteltrap daal je af en kom je uit in een grot. Eenmaal weer buiten sta je oog in oog met de draak, die de grot beschermt.
Ook hier dreigt een weeromslag, tot nu toe nog steeds droog met een zonnetje erbij. Dus nu het nog droog is en de temperatuur nog dusdanig is, dat ik met een polo shirt de straat op kan, leek het mij een goede optie om naar de wijk Kazimierz te lopen.
Een korte samenvatting van een stukje geschiedenis van deze, nu, wijk van Krakau.
In 1335 voegde Casimir (Kazimierz) de Grote twee buitenwijken van Krakau samen en gaf de nieuwe stad zijn naam (Casimiria in Latijn). Het veemarktdorp Bawół werd eraan toegevoegd waardoor de grenzen van Kazimierz overeenkwamen met het eiland. De stad kreeg privileges volgens het Maagdenburgs recht en koning Kazimierz liet in 1362 verdedigingsmuren om de stad heen bouwen.
Belangrijk voor Kazimierz was de Pons Regalis, vele eeuwen lang de enige vaste grote brug over de Wisła. Deze brug verbond Krakau via Kazimierz met de Wieliczka-zoutmijn en de lucratieve Hongaarse handelsroute. De laatste brug op deze locatie (aan het eind van de hedendaagse Stradomstraat (ulica Stradomska) werd in 1880 afgebroken omdat hij door de demping van de Oude Wisła overbodig was geworden.
Sinds het einde van de 15de eeuw vormt ze het toevluchtsoord voor de Joden van Krakau, maar haar bevolking werd eerst getransporteerd naar Podgorze aan de andere kant van de de Wisla en later nagenoeg helemaal uitgeroeid door de nazi's.
Toch waren de eerste twee gebouwen, waar ik langs kwam, kerken.
Eerst de Sint-Catharinakerk uit 1363, gebouwd in opdracht van koning Casimir III, daarna de Paulinerkerk, met een mooie tuin en onder de kerk een crypte met een aantal sarcofagen.
Uit de vierkante vijver verrijst het standbeeld van de heilige Stanislaws, de patroonheilige van Polen. Bijzonder mooi.
Daarna de route van de verschillende synagogen gelopen, waarbij de Oude Synagoge en de Tempelsynagoge het mooist waren. Ook alles was niet geopend.
De Oude Synagoge is het oudste, nog bestaande Joodse bouwwerk van Polen en werd in het begin van de 15de eeuw opgetrokken in gotische stijl en na een brand in 1557 in renaissance-stijl herbouwd.
Het herbergt nu een museum.
De tempelsynagoge is van een latere datum, nl. uit 1862. Het bijzondere hieraan is, dat het in Moorse stijl is ingericht.
Rond een uur of half vijf, had ik zo'n beetje alle straatjes gezien en besloot terug te lopen naar de Oude Stad.
Batterij van de telefoon bijna leeg, en de batterijen van de camera ook, door al dat geflits in de zoutmijn. De reservebatterij bleek ook leeg (te lang niet gebruikt).
Al met al een drukke dag. Veel gezien en ook veel gelopen vandaag.
Voor de rest heb ik geen excursies meer staan, morgen op mijn gemak de rest van Krakau ontdekken, er is genoeg te zien.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley