De Rynek, vestingmuur en Podgórze
Door: Henk
Blijf op de hoogte en volg Henk
26 September 2020 | Polen, Krakau
De koffie wordt gebracht, evenals een mandje brood en het altijd in de vakantie nemen van een roerei met bacon.
Bediening loopt met mondkapje op en als je zelf in het hotel loopt, moet dat ook.
Dat geldt trouwens overal. Als je bij de Mac naar binnen loopt, mondkapje, tijdens het eten mag ie af en loop je weer naar buiten, mondkapje weer op.
Daar houdt iedereen zich ook wel aan, maar aan de andere kant, zitten met mooi weer de terrassen vol en zit iedereen hutje mutje op elkaar.
Nadat ik wakker was geworden en ik uit het raam keek, zag ik zowaar wat blauwe lucht.
Toen ik na het ontbijt naar buiten liep, was er bewolking voor in de plaats gekomen.
Mijn eerste doel was de Onze-Lieve-Vrouwekerk, die zo prominent aan de Grote Markt (Rynek Glowny) staat. De huidige kerk is gebouwd tussen 1355 en 1408, daarvoor stonden er al twee kerken, dit was dus nummer drie op die plek.
Ik kon niet naar binnen, dat was alleen voor mensen, die kwamen bidden.
Tegenover de kerk een museum. Dat heet 'De Rynek ondergronds'. Tijdens archeologische opgravingen tussen 2005 en 2007 onder dit plein, zijn talloze voorwerpen gevonden, die een heel duidelijk beeld gaven, van hoe men hier vanuit de Middeleeuwen geleefd had. De geschiedenis van de stad viel te reconstrueren.
In dit museum worden deze items tentoongesteld, maar ook de gevonden wegen, afwateringen, de verschillende aardlagen en oude fundamenten zijn zichtbaar.
Een aanrader als je ooit Krakau gaat bezoeken. Het museum bevindt zich trouwens ook ondergronds.
Weer buitengekomen, regende het, maar dat duurde niet heel lang. Door naar het noordelijke gedeelte van de Oude Stad en dan kom je uit bij de St. Florianuspoort. Dit is de enige van acht toegangspoorten van de middeleeuwse stadsmuur, die bewaard is gebleven. De toren van ruim 34 m hoog werd in de 13de eeuw in steen opgetrokken en een eeuw later in rode baksteen afgewerkt. In 1694 werd boven op de kantelen een barok-koepeltje geplaatst. Van de 39 torens, die ooit de muren markeerden, staan er nu aan weerszijden van de poort nog maar drie bastions overeind.
De stadsmuren zijn toegankelijk en je kunt over de weergang lopen, die de twee overgebleven bastions nog verbindt. Heb ik natuurlijk gedaan en ook de Barbacane is te bezoeken met hetzelfde kaartje.
De barbacane is een bolwerk welke stamt uit 1499. Het werd gebouwd tegen de Ottomaanse dreiging.
Het is een vesting, die vóór de muren en grachten werd geplaatst ter verdediging van de belangrijkste stadspoort. Vroeger stond het nog in verbinding met de St. Florianuspoort, maar nu staat het geïsoleerd midden in het park.
Het is een in Europa zeldzaam voorkomend volledig intact gebleven voorbeeld van een barbacane, met achter de hoge muren een indrukwekkend systeem van schietgaten.
Ten noorden hiervan en dus buiten de oude stadsmuren, een groot plein, Plac Matejki geheten.
Dit was vroeger (middeleeuwen) het marktplein van de stad Kleparz, die in 1791 bij Krakau werd gevoegd.
Het grote monument is ter nagedachtenis van de Slag bij Grunwald. Vlak daarnaast het Graf van de onbekende soldaat.
Met mijn kaartje voor de stadsmuren en barbacane, kon ik ook nog naar de Celestat.
Dit complex (het "Clestat") was tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog het hoofdkwartier van de Vereniging Krakau Scherpschutters en werd in 1939 omgevormd tot Wehrmacht-kazerne. De Celestat werd in januari 1945 zwaar bevochten tijdens de slag om Kraków. Tijdens deze gevechten werd het complex zwaar beschadigd.
Symbool van deze club was een kip. In het museum veelvuldig zichtbaar.
Langs het plafond schilderijen van voorzitters van deze club, die teruggingen tot in de 18de eeuw. Maar gezien de wapens, die er lagen bestond de vereniging al voordat er vuurwapens waren. Ik zag een aantal kruisbogen liggen.
Daarna kwam ik tot de conclusie, dat ik alle bezienswaardigheden in de Oude stad wel zo'n beetje gezien had. Het westelijk deel kan ik zondagmorgen nog doen en ik besloot om naar de wijk Podgorze te gaan, de wijk, waar de Joden door de nazi's naar toe werden gebracht en wat toen het Joodse ghetto werd.
Het was iets te ver lopen, dus heb ik een taxi genomen, die mij bij het Plac Bohaterów Getta dropte.
De paar straten waar vanaf 1941 meer dan 20.000 Joden uit de omgeving van Krakau opeengepakt zaten, zijn als zodanig niet meer te herkennen. Er zijn nog twee straten, waar de restanten van de ommuring nog zichtbaar zijn. Ik heb beide locaties gevonden. Totaal zijn er 68.482 Joden via Podgorze gedeporteerd.
Het plein, waar ik uit de taxi ben gestapt, was in de oorlog het laatste verzamelpunt van de deporteerden. Daar staan nu zeventig metalen stoelen als symbool voor het haastige vertrek en vooral voor de leegte, die deze mensen achterlieten.
Aan de zuidkant van het plein bevindt zich een klein museum. Het heet 'Apotheek De Adelaar'. Deze apotheek werd uitgebaat door Tadeusz Pankiewicz, die contacten onderhield met de buitenwereld en voedsel en medicijnen binnensmokkelde. Van 1941 tot 1943 was dit de ontmoetingsplek van de Joodse intelligentsia.
In dit museum krijg je een goed beeld van het leven in het ghetto en van de tragedie, die de Joodse gemeenschap beleefde, aan de hand van getuigenissen van voormalige medewerkers van de apotheek.
Daarna een taxi terug genomen naar het centrum van Krakau.
Nadat ik mezelf opgefrist had, ben ik naar restaurant Tivoli gelopen voor een tomatensoep en spaghetti bolognese.
Morgen laatste dag hier. Rond kwart over drie staat er een taxi voor de deur en om 18:00 uur vlieg ik weer naar Schiphol.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley