Still alive and kicking
Door: Henk
Blijf op de hoogte en volg Henk
20 Augustus 2015 | Australië, Kununurra
Het diner gisteren was uitstekend en verliep ook in een wat andere ambiance.
Dinerbuffet. Soeppie, hoofdgerechten en een overvloedig dessertbuffet.
En dat maar voor € 22,00 .
Vandaag een dag waar ik kort over kan zijn. Eigenlijk een pure reisdag.
Rond een uur of acht ben ik uit Fitzroy Crossing vertrokken.
Een kleine 300 km naar Halls Creek.
Je maakt eens een stop, òf voor een foto òf voor een pitstop en ik sukkelde mooi door richting het oosten.
Iets voor Halls Creek de afslag naar de krater. Ik dacht, dat het iets van 90 km was, maar het bleek bijna 140 km te zijn.
En dan ook weer terug. Totaal dus 280 km. Als ik niet zou stoppen en een gemiddelde zou kunnen halen van 50 km/u zou ik minimaal vijf uur nodig zijn om alleen maar heen en weer te rijden.
Het was kwart voor twaalf. Rond vijf uur terug op de Great Northern Highway. En dan nog 20 km naar het plaatsje zelf.
In deze opsomming heb ik de krater zelf nog niet gezien, dus tel er drie kwartier bij en dat betekent in het meest gunstige geval, dat ik het laatste half uur in het donker rijd.
Heen en weer is een onverharde weg, met weinig verkeer. Dikke pech, als je juist dan twee banden lek rijdt.
Ik ben voor de zekerheid wel even de weg ingeslagen en heb een dertig km gereden en ik kwam tot de conclusie, dat het een goede beslissing was deze weg niet 140 km te gaan volgen.
Rond een uur of twee was ik in Halls Creek. Nou, hier wil je nog niet dood gevonden worden. Wat een gat. Er wonen hier nog minder mensen, dan in Fitzroy Crossing.
Langs de hoofdweg, een Shell, supermarkt en een hardware store. Ook zie je weer veel Abo's en de helft is weer eens aan het vechten op straat.
Door de aanleg van genoemde Highway, is Halls Creek ooit verplaats naar waar het nu ligt. Eerder lag het een km of 16 naar het zuiden.
Old Halls Creek kun je bezoeken. Heb ik gedaan.
Er stonden nog wat restanten van muren en een grote schouw, volledig overdekt om het te kunnen conserveren. Ik dacht eerst, dat er termietenheuvels onder het dak stonden, maar nee, het waren dus de muurtjes, die nog overeind stonden.
Terug naar 'de stad', auto weer volgooien met diesel, paar blikjes erbij en op naar het Kimberly Hotel.
Inchecken en daarna, aan het eind van de middag naar de 'Chinese Wall', het tweede en tevens ook laatste hoogtepunt van dit gat.
Een km of zes van het hotel, loopt een witte, natuurlijk strook rots door het landschap.
Dat noemen ze hier dan de Chinese Muur. Ter plaatse trof ik een ouder AUS echtpaar, die afgelopen april van huis waren gegaan voor een rondje Australië. 'Driving home for X-mas' zei de man. Ze hadden nog vier maanden te gaan.
Inderdaad wel een apart gezicht, die witte strook door de heuvels. Toen ik terug reed, zag ik er nog één. Dus maar weer stoppen en ook van die Chinese Muur een paar foto's gemaakt.
Het is nu bijna vijf uur, de zon staat al aardig laag. Zo eerst eens even het rode stof van me af douchen, want ook hier gelden dezelfde kledingvoorschriften als bij de vorige locatie.
Het restaurant is vanavond bezet, er komt een groep van 40 man, maar ik en de overige gasten, kunnen eten in de sportsbar. Ik doe de gympies aan.
De porties in dit etablissement waren afgestemd op de wat zwaardere Australiër.
Ik had als voorgerecht inktvisringen met knoflooksaus.
Die lagen inderdaad ook op het bord, met daaronder een berg patat en aan de zijkant van het bord een klein beetje salade. Dit was eigenlijk al voldoende, ware het niet, dat ik ook een steakburger had besteld. Die kwam met nog eens een keer dezelfde hoeveelheid frites. De meeste patatten heb ik maar laten liggen.
Na een goede nachtrust werd ik weer wakker op 18 augustus. Meteen na het ontbijt vertrokken. Op zich had ik geen lange rit voor de boeg, 110 km Highway, maar daarna 53 km onverharde weg naar het Purnululu National Park.
Iets over elf was ik aan het eind van de weg, bij het Visitors Centre. Daar moet je een permit kopen voor het park.
De vrouw adviseerde mij om direct door te rijden naar het noordelijkste puntje van het park. Daar bevindt zich de Echidna Chasm. Een hele smalle kloof, uitgesleten door water, nadat zich door een beweging in de aardkorst een scheur was instaan in het massief.
Rond het middaguur schijnt de zon er gedeeltelijk doorheen.
Starten die Pajero en op weg, 18 km.
Ik was er inderdaad rond de middag en ben direct van start gegaan. En inderdaad, de zon scheen op plekken door de nauwe doorgang. Ben uiteindelijk helemaal doorgelopen tot het eind. Dus een mooi begin van het bezoek aan dit park.
Iets ten zuiden van deze route, was er nog één. De Homestead Valley Walk. Deze was wat langer, bijna vijf km. Rugzak mee en op weg.
Nou wederom een mooie route, wel zwaar vanwege veel losliggende ronde keien en de hitte speelt ook echt wel een rol. In de kloven loopt de temperatuur gauw op richting 40 graden.
Maar ik heb het weer gered. Onderweg kom je regelmatig toch nog eens iemand tegen en maak je even een praatje. Grappig is, dat je die mensen vervolgens steeds weer ontmoet op andere plekken in het park. Zo kwam ik ook een echtpaar tegen, die vanuit Alice Springs de route langs de krater hadden genomen. Krater viel zwaar tegen, dus daar heb ik niks aan gemist.
Na al dat geloop, ben ik naar de Wilderness Lodge gereden. Soortgelijke opzet als in Kakadu, een mooie safaritent, voorzien van alle sanitair.
Het eten was gezamenlijk, een APT-groep apart aan twee tafels, de 'losse' gasten ook aan een tafel. Behalve dan een Frans gezin, die hebben ze apart gezet.
Na het diner nog een bakkie en jullie geloven het niet, maar om kwart over negen lag ik al te pitten.
19 augustus. Hier is geen Wifi, dus ik kan echt niks posten. De vorige keer, waren er al mensen, die zich ongerust begonnen te maken, ik hoop, dat dat nu niet het geval is.
Ook hier weer een goed ontbijt, met dezelfde tafelschikking als gisteravond.
Voor acht uur was ik al op weg, eerst naar Piccaninny.
Vandaar kon je drie wandelingen starten. Ik ben begonnen het de Cathedral Gorge. Een vrij eenvoudig wandeling naar een eindpunt van een kloof, maar de bovenkant is helemaal als een boogvorm. Daar kwam ik dan weer Zwitsers tegen, ook leuke lui. Foto's van elkaar gemaakt, sta ik er ook eens op en weer terug.
Eerst weer even naar het Visitors Centre gereden voor wat aanvullingen van cola en water en toen naar de airstrip, want ik had een helivlucht geboekt, over de Bungle Bungles. Daar staat dit park namelijk bekend om, door erosie afgesleten bergen, waarbij er vormen als van een bijenkorf zijn blijven staan. Vanaf de grond loop je er langs, maar vanuit de lucht is het echt spectaculair. Ik had een 30 minuten vlucht geboekt.
In de heli kreeg je een veiligheidsgordel om. Wel zo handig, want er zaten geen deuren in de helicopter. In de lucht, keek je vanuit je stoel, zo op de grond. Niet best voor mensen met hoogtevrees.
Maar de vlucht was echt mooi. Op die manier zie je de wereld op een wat andere manier. Niet goedkoop, maar zeker een aanrader.
De middag heb ik besteed aan nog meer lopen. Weer vanuit Piccaninny gestart en zowel naar de P Creek Lookout gelopen en daarna naar 'The Window'.
Al met al ook weer 8 km in de brandende zon. Aan vitamine D krijg je hier geen gebrek.
Wat wel irritant is, zijn de vliegen. Ze zoemen als een mug, maar ze steken niet. Overal proberen ze te gaan zitten. Op je handen en benen is niet zo erg, maar in je oor of oog, op de neus, op je lip, dat zijn vervelende plaatsen.
Om me niet constant te ergeren had ik bedacht, dat alle gekriebel vanaf mijn wang naar achteren, veroorzaakt werd door een mooie vrouw. Daarna is een vlieg rond de mond of neus nog maar vervelend en zo maak je het een stuk makkelijker voor jezelf.
Als je dan weer bij de auto bent aangeland, is de mooie vrouw gek genoeg ook vertrokken.
Dit vertelde ik gisteravond bij het eten, want iedereen heeft er last van, maar deze variant kenden ze hier nog niet. Was wel lachen trouwens.
Tevens de laatste dag hier, morgen weer verder naar het noorden. Eigenlijk puur weer een reisdag. Ook wel lekker, kunnen de beenspieren zich even weer herstellen.
20 augustus.
's Nachts koelt het hier behoorlijk af. Temperaturen tot plus 3 graden zijn geen uitzondering.
Dus toen ik vanmorgen wakker werd, was het niet heel warm. Als de zon er eenmaal is, gaat het weer snel omhoog.
Om half zeven aan het ontbijt en iets voor acht reed ik weer, nu het park weer uit. Over die 53 + 10 km heb ik ruim anderhalf uur gedaan.
Dan weer op de Great Northern Highway naar Kununurra. Daar is zelfs nog een klein parkje, Hidden Valley genaamd, waar ik 's middags nog een drietal leuke routes heb gelopen. Daarna naar de Shell en de auto weer volgooien, want morgen moet ik bijna 600 km rijden, weer over de Victoria Highway, naar Katherine.
Het hotel hier is goed, het Kimberley Grande Hotel.
Inmiddels heb ik ruim 3600 km gereden.
De foto's bij dit verslag plaats ik separaat en dat duurt even, want de verbinding is hier niet heel snel (voor de Facebook volgers).
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley