Sidon en Tyre
Door: Henk
Blijf op de hoogte en volg Henk
02 November 2019 | Libanon, Beiroet
Het hield ook weer op, maar begon daarna ook weer.
Niet zo leuk, als je vandaag echt een buitendag hebt gepland.
Weer een continental breakfast besteld met wat extra's, maar iedere morgen ziet het er weer anders uit.
De vruchtjes hebben ze onder controle. Het bestek: eerste keer, lepel, vork, mes en botermes.
Tweede keer: vork, lepel en botermes. Vanmorgen lepel en botermes. Vanmorgen ontbrak ook de jam en de honing en de koffie zat opeens in een kannetje.
Ik vind het geen vier sterren waardig hotel. Het is toch raar, dat je alleen ontbijt via roomservice kunt bestellen. Je eet wel minder, maar een juutje bijvullen is er niet bij evenals een tweede bakkie koffie. En ik mis mijn bakje kleurstof zo, de vruchtenyoghurt. Thuis eet ik dat nooit, in de vakantie dus wel.
Na dus de broodjes met alleen wat boter naar binnen gewerkt te hebben, kon ik op pad. Het regende nauwelijks nog.
In zuidelijke richting met als doel, Sidon. Ik zag wel wat blauwe lucht aankomen, maar nooit te vroeg juichen, even later kwam het met bakken naar beneden.
En in het verkeer hier moet je ook goed opletten, hier krijg je een rijbewijs bij een kuipje boter. Met andere woorden, ze doen maar wat.
Meest irritant vind ik, als er iemand vlak voor je neus vanaf parkeerstand de weg op draait, jij in de ankers moet en 100 m verder parkeren ze weer.
Maar goed, in Sidon de parkeerplaats gevonden, die bij de attractie hoort.
Het gaat hier om het Crusader Sea Castle, gebouwd in het jaar 1228 op oudere fundamenten.
Het kasteel ligt in zee, maar is verbonden met de oever via een 80 meter lange brug, welke door de Arabieren is aangelegd.
Het plaatje van een afstand vond ik eigenlijk mooier dan toen ik in het kasteel rondliep. Maar goed, ze waren nog aan het restaureren.
Via de souk, kwam ik uit Debbané Paleis. Daarnaast ook een museum en die stond niet in mijn boek. Klopte ook, want het was net zes maanden open. Eerst daar naar binnen. Het museum heet Kasr Sacy. Het huis waar het hier om gaat, is gebouwd in 1720 door ene Ali Agha Hammoud en die was verantwoordelijk voor het innen van de belastingen en havengelden. In 1796 kocht de Sacy familie het pand en hielden dit in de familie tot 1956. De aardbeving, die toen plaatsvond maakte het huis onbewoonbaar. In 2008 kreeg Antoine Sacy het land weer in bezit en besloot tot een grondige renovatie. Het begin daarvan was open voor publiek. Viel mij wat tegen.
Door dan naar het Debbané Paleis. Dat zag er mooier uit. Ook gebouwd door Ali Agha en wel in 1721 en in gebruik als privé woning.
In 1800 gekocht en uitgebreid door de Debbané familie. Het meeste wat er stond was origineel en dus rond de 300 jaar oud.
Door naar de Khan al-Franj, een herberg voor de buitenlander.
Een carré vorming gebouw uit begin 17-de eeuw. Via de Omari moskee (1291) door naar het kasteel van St. Louis. Gebouwd in 1254 door koning Louis IX, die de zevende en achtste kruistocht leidde. Hier viel ook nog veel te restaureren.
Iets ten noorden van Sidon viel nog de tempel van Echmoun te bewonderen.
Toegang gratis, maar echt de moeite waard. Dit complex dateert uit de zevende eeuw B.C. Veel mozaïeken zijn hier nog goed te zien, maar worden 'gewoon' blootgesteld aan weer en wind.
De eertijds monumentale tempel was bestemd voor de cultus van Esjmoen(Eshmun), de Fenicische god van de geneeskunde, die in Saïda vereerd werd. Esjmoen werd vooral aanroepen als genezer van zieke kinderen. Daarvan getuigen de talrijke kinderbeelden, uitgevoerd in marmer op meer dan normale grootte, die in de site werden teruggevonden en waarvan aangenomen wordt dat het ex votobeelden zijn. Een aantal van deze beelden worden thans bewaard in het Nationaal Museum van Beiroet.
Het tempelcomplex is de best bewaarde Fenicische site van Libanon en de enige waarvan meer dan de grondvesten zijn overgebleven.
De bouw van de tempel begon op het einde van de zevende eeuw vóór onze tijdrekening. Gedurende verschillende eeuwen werden verbouwingen uitgevoerd en werden gebouwen toegevoegd tot lang na de Fenicische periode. Zo werd ooit een Romeinse colonnade en een nymphaeum opgetrokken. Romeinse mozaïekenwerden teruggevonden evenals de vestingen van een Byzantijnse kerk. De aanwezigheid van al deze gebouwen samen met de rijkdom aan beeldhouwwerken en mozaïeken, die werden teruggevonden, getuigen van het belang van deze devotieplaats gedurende vele eeuwen. Men neemt aan dat de site in gebruik was tot de zesde of zevende eeuw van onze tijdrekening.
Zo'n 40 km zuidelijker ligt de plaats Tyre. De weg er naar toen wordt als veilig aangeduid door het ministerie van BuZa, verder alles rood en dat komt door de aanwezigheid van vluchtelingenkampen. Ook veel UN zien rijden (UNIFIL).
Auto geparkeerd om vervolgens na een kwartiertje lopen de archeologische site Al Mina te bereiken.
Deze ruïnes dateren uit derde millenium BC, en strekken zich uit over een groot gebied, wat uiteindelijk loopt tot aan zee. In die tijd lag daar ook een haven.
Hoogtepunten hier zijn de talloze mozaïeken (zelfs een hele straat) en de bewaard gebleven kolommen aan beide zijden van de weg.
Van latere datum en uit de Romeinse tijd, zijn de badhuizen uit de tweede of derde eeuw van onze jaartelling en nog een eeuw later, een rechthoekige arena, waar makkelijk 2000 toeschouwers in pasten.
Mijn app gaf aan, dat het vanaf deze locatie 2,1 km lopen was naar de volgende UNESCO site, Al Bass Archeological site.
Die route kon helemaal niet en ik moest een stukje omlopen. Uiteindelijk ergens rechtsaf geslagen en ik kwam in vrij smalle straatjes uit, maar wel richting doel. Mensen groetten me vriendelijk en uiteindelijk kwam ik bij de entree van de site.
Toen ik laat in de middag klaar was met min bezoek, wilde ik dezelfde weg weer terug lopen, maar een Libanese militair liet mij niet verder gaan, ik moest omlopen.
Toen begreep ik ook waarom. Ik had op een kaartje bij Al Bass gezien, dat ik door een vluchtelingenkamp was gelopen. Overdag veilig hoor, maar omdat het wat later in de middag was, liet hij mij niet door.
Maar goed Al Bass dus. Moooooi!
Veel groter dan Al Mina.
De entree ligt aan de oostkant van het complex en als je daar naar binnen loopt en je volgt de Byzantijnse weg, dan zie je eigenlijk alleen maar sarcofagen staan. Sommigen zijn van marmer, anderen van steen.
In de verte zie je de Triompfboog al staan, tevens ook de scheiding tussen de Byzantijnse en Romeinse weg. Na het passeren van de boog zijn nog de restanten te zien van een Romeins aquaduct, welke gebruikt werd om water aan te voeren, zes kilometer zuidelijker.
Een tweede hoogtepunt is het U-vormige Romeinse Hippodrome. Dateert uit de tweede eeuw en meet 480 x 160 meter. Het is de grootste ter wereld en zeker ook het best bewaard gebleven. Paardenraces met en zonder strijdwagen konden hier bekeken worden door minimaal 30.000 mensen.
De ruimtes onder de tribunes werden gebruikt voor markten en winkels.
Terug naar de auto en even later was het ook donker. Moest nog wel even tanken en uiteindelijk tegen half zeven terug bij het hotel.
De WiFi deed het vanmorgen niet en vanavond nog steeds niet. Weer gebeld, nu opgelost.
Morgen de laatste dag hier. Aangezien de musea in Beiroet gesloten zijn, ga ik het Beiteddine paleis morgen maar weer eens proberen. Schijnt toch wel de moeite waard te zijn. Mijn vlucht vertrekt 's avonds pas.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley