Van Baku naar Gabala
Door: Henk
Blijf op de hoogte en volg Henk
07 Juli 2024 | Azerbeidjan, Lahıc
Super lekker geslapen en het ontbijt was ook prima voor elkaar.
Toen ik gisteren arriveerde, kon ik mijn auto op de binnenplaats van het hotel parkeren, en ik moest de sleutel inleveren. Hij vroeg nog wel naar mijn kamernummer, maar die had ik nog niet.
Verder geen aandacht meer aan besteed, maar toch typisch, dat er vanmorgen een sticker op de sleutel zat met 901 er op, mijn kamernummer.
Mensen zijn hier super aardig, vragen vaak waar je vandaan komt en geven graag informatie over de plek waar je op dat moment bent.
De vooruitgang is hier nog niet aangeland. De dopjes op de flesjes kun je er gewoon afhalen, rietjes zijn van plastic en diesel kost hier € 0,55. Benzine trouwens € 1,10.
Azerbeidzjan is van oudsher een sjiitisch moslimland, maar heeft ook belangrijk pre-islamitisch erfgoed. Als gevolg van secularisatie voor- en vooral tijdens het Sovjet-tijdperk, is de religieuze betrokkenheid laag en de islam vooral een culturele identiteit. In de grondwet van Azerbeidzjan wordt in godsdienstvrijheid gegarandeerd. Het land kent geen staatsreligie. Op 1 januari 2011 trad echter een wet op de religieuze vrijheid in gang, die onder andere religieuze bijeenkomsten verbiedt die niet officieel bij de overheid zijn geregistreerd.
Ongeveer 93% van de bevolking is islamiet. Daarnaast zijn er vooral Russen en Armeniërs die christen zijn en is er ook een joodse gemeenschap van enige omvang.
Jonge vrouwen lopen er over het algemeen westers bij, de ouderen gaan nog verscholen in een zwart gewaad.
Na het ontbijt ben ik in Noordwestelijke richting vertrokken. Eerste stop was het Diri-Baba mausoleum in Märäsä.
In 1402 werd hier de naamgever van het mausoleum begraven. Bijnaam was 'de levende grootvader '.
Ook nu leeft er een grootvader, die uit de koran voorleest.
Het gebouw is gedeeltelijk onderdeel van een achterliggende grot.
De trapopgang is recentelijk opgeknapt, met nu mooie gepolijste tegels. De trap gaat zigzaggend omhoog. Je komt dan uit op een bordes. Via een smalle steile trap kom je op de eerste etage. Vandaar kun je een kleine ruimte binnenkomen waar een kleine schrein staat.
Een gids aldaar vertelt nog iets over de geschiedenis. Helaas was zijn Engels slecht te verstaan.
Daarna ben ik nog even over de oude begraafplaats gelopen met echt oude zerken.
Door naar Shamakhi. Vroeger een belangrijke stad, maar meermaals verwoest door aardbevingen. Toen ook het spoor Shamakhi niet aandeed, decimeerde de stad tot de huidige 20.000 inwoners.
De stad heeft wel een heel imposante moskee, de Juma moskee.
De bouwdatum van de moskee - 743-744 - is gebaseerd op onderzoek van een geologische commissie uit Tiflis, die werd geleid door prins Shahgulu Qajar. Deze datum werd gedefinieerd met een Arabische ligatuur op de gevel van de Juma-moskee, waarbij het jaar 126 volgens de islamitische kalender werd vermeld als het oprichtingsjaar. Juist in deze periode werd begonnen met de bouw van nieuwe religieuze gebouwen - moskeeën - op het grondgebied van Azerbeidzjan. De historische verschijning van oude islamitische architectonische monumenten was gerelateerd aan het bestuur van de Arabieren en de verspreiding van de islam op het grondgebied van Azerbeidzjan. De Juma-moskee van Shamakhi wordt beschouwd als de eerste moskee in de Kaukasus na de kathedraal Juma-moskee van Derbent , die werd gebouwd in 734.
Hier was het erg druk met toeristen. Bussen vol en derhalve lastig om de moskee zonder mensen op de foto te krijgen. Met wat geduld is het toch gelukt.
Binnen mooie plafonds met dito kroonluchters. Buiten wat restanten van eerdere bebouwing en twee tuintjes met rozen en een fontein.
De temperatuur is wat lager dan gisteren. Bij de Juma moskee was het 25°C, later, toen ik wat verder de Kaukasus inreed, had ik zelfs wat regen en een temperatuur van 20°C.
Vandaar ging het weer verder in de richting van Gabala. Veel wegwerkzaamheden en dito onverharde stukken. Daar kun je nog maar 35 km/uur rijden. Ze zijn bezig om een autosnelweg door te trekken naar Gabala. Een afstand van zeker 80 km vanaf het punt waar de snelweg ophield.
Dertig kilometer voor Gabala een afslag de bergen in naar het dorpje Lahic.
Ook geen bijzonder goede weg. Naast de weg een afgrond en rivier, naast de weg geen vangrail, dus voorzichtigheid is geboden.
Hier rijd ik dus de Kaukasus in. Mooie vergezichten, apart vormgegeven rotsen en regenachtig.
Uiteindelijk kom ik bij het dorpje aan. Slagboom dicht. De omweg ging niet, de weg was verspert door modderstromen. Weer terug en de portier gevraagd of ik toch met de auto, tegen het verkeer in, het dorp in mocht rijden. Dat bleek geen enkel probleem.
Bij het dorpsplein de auto neergezet en direct aanspraak met een man, die een en ander vertelde over het dorp. De inwoners stammen af van Iraniërs en zelfs de taal is Tat. Ook de bouw van de woningen is geïnspireerd op de bouwwijze die in Iran wordt toegepast in aardebevingsgevoelige gebieden.
Er liep zelfs een riool door het dorp, maar niemand wist waar het rioolwater uitkwam. Nog nooit ontdekt.
Lahic is een dorp en gemeente op de zuidelijke hellingen van de Grote Kaukasus, behorend tot het Azerbeidzjaanse district İsmayıllı. De bevolking bestaat grotendeels uit sprekers van de taal Tat, een Iraanse taal. Lahic is een bekende plaats in Azerbeidzjan, vanwege het hoge aantal koperslagers en tapijtwevers. In 2015 werd de ambachtelijke koperbewerking in Lahic ingeschreven op de Representatieve lijst van het immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid van UNESCO.
De ontwikkeling van internationaal toerisme heeft geleid tot een toenemende belangstelling voor het culturele erfgoed van Lahic. In de afgelopen jaren heeft Lahic bezoekers aangetrokken vanuit de hele wereld en hebben diverse toeristische organisaties het dorp opgenomen in hun reisschema´s.
Ik ben het dorpje ook even doorgelopen en de authenticiteit was wat verdwenen door al die toeristen. Veel souvenirwinkels, kruiden en specerijen en ja ook koperwerk en tapijtjes.
Leuk om gezien te hebben.
Daarna dezelfde weg terug en eenmaal weer op de hoofdweg, bijna alleen onverhard. Aangezien ik geen haast heb, rustig blijven rijden tot ik bij de afslag naar mijn hotel uitkwam. Het Nohur Hotel, gelegen aan een meer.
Mijn huisje, bijna 100 m2, ligt niet aan het water. Wel een luxe huisje. Twee grote slaapkamers, woonkamer, aparte badkamer en wc. Auto staat bij de voordeur.
Eten kan in het naastgelegen Nohur restaurant.
Morgen een korte etappe naar Sheki.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley